PHILIPPONA J (1981) Samenvattingen themadag Watervogels: Veranderingen in aantallen en verspreiding van ganzen. LIMOSA 54 (2): 68-69.
In Nederland overwinteren vijf soorten ganzen in grate
aantallen: Kol-, Riet-, Kleine Riet-, Rot- en Brandgans.
De Grauwe Gans komt in Nederland het talrijkste
voor in het voor- en het najaar maar overwintert
hier in klein aantal. Van deze soorten ganzen zijn de
aantallen de laatste 10 tot 15 jaar aanmerkelijk toegenomen.
Dit geldt aileen niet voor de Kleine Rietgans.
De oorzaken van de aantalsstijgingen zijn waarschijnlijk
onder meer de volgende:
(1) Gunstiger voedselaanbod in de winterkwartieren,
waardoor de overlevingskansen zijn toegenomen.
Een enigszins gedaalde mortaliteit is daarvan het gevolg. Dit geldt voor de meeste soorten.
(2) Het sluiten van de jacht in Nederland en andere
landen. Hierdoor is een sterfte-oorzaak weggenomen
en stelt de populatie zich mogelijk in op een hoger gelegen
niveau. Dit geldt vooral voor Rotgans en Brandgans.
(3) Betere bescherming van de soorten in de broedgebieden.
Grootscheeps oogsten van ruiende ganzen
komt weinig of niet meer voor enige soorten
kan deze factor van belang zijn.
Door jarenlang 'volgehouden leeftijdstellingen bij de
Kol- en de Rotgans is gebleken dat de nataliteit ongeveer
op hetzelfde niveau is gebleven. Hier ligt dus
geen oorzaak voor aantalstoename. De verspreiding
van de ganzen over Nederland is niet ingrijpend gewijzigd.
Wel zijn de nieuwe IJsselmeerpolders voor verschillende
soorten ganzen als pleisterplaatsen van
groot belang geworden. Daartegenover gingen elders
pleisterplaatsen verloren of daalden deze in waarde.
Dit gebeurde vooral in het zuidwesten van het land.
Uit tellingen in de DDR is gebleken dat de aantallen
Kol- en Rietganzen ook daar in dezelfde mate zijn toegenomen
als in Nederland.
[gratis pdf] [english summary]
|