Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

BEIJERSBERGEN J (1980) Korte mededelingen: Een vondst van een Woestijnplevier Charadrius leschenaultii. LIMOSA 53 (1): 34-34.

Bij een bezoek aan preparateur H. Bax te Dreischor op Schouwen-Duiveland werd mijn aandacht getrokken door een geprepareerde langpotige plevier met zware, zwarte snavel. Deze vogel was op 20 juli 1977 dood gevonden door A. Pape in de omgeving van de vuurtoren Het Westhoofd te Ouddorp, Goeree. Waarschijnlijk is de vogel een vuurtorenslachtoffer.
      Het verenkleed van de vogel verkeert in een niet al te beste staat en vooral de kopveren zijn, waarschijnlijk door de botsing met de vuurtoren tamelijk verward. Het kleurpatroon is weinig uitgesproken, wat mij deed vermoeden met een jonge vogel te doen te hebben. De rug is zandbruin; rug- en vleugeldekveren hebben licht beige zomen. Van een oogstreep is weinig te bespeuren, wei is er aan aanduiding van een korte, licht beige wenkbrauwstreep. De keel is wit; het wit loopt zijdelings door tot achter in de nek. Er is geen borstbrand, doch de borstzijden zijn wazig bruin met donkerder vlekjes. Rest onderzijde wit. De grote slagpennen zijn zwart met lichte binnenvlaggen. Over de vleugel loopt een duidelijke witte vleugelstreep; het wit aan de buitenvlag van de binnenstegrote slagpennen is in de gevouwen vleugel duidelijk zichtbaar. De stuit is wit; de beide buitenste staartpennen zijn grotendeels wit en aile andere staartveren zijn grauw en eindelings wit gezoomd. De vogel vertoont geen rui of opvallende slijtage van slagpennen en staartpennen. Snavel zwart. Poten van de opgezette vogel bijna zwart, met hier en daar aan de voorkant van de tarsus aanduidingen van licht bruine of geelbruine tinten.
      Enkele maten (mm): vleugel 135; snavel vanaf voorhoofdsbevedering 21,3; grootste snavelhoogte 4.4.; kleinste snavelhoogte in het midden 4,0; loopbeen c.38,5; middenteen met nagel 20,0, zonder nagel 16.6.
      Op grond van deze kenmerken kom ik tot de conclusie hier met een eerstejaars Woestijnplevier Charadrius leschenaultii te doen te hebben. De opgezette vogel werd op 13 juli 1979 aan de heren K. H. Voous en E. R. Osieck getoond. Deze bevestigden de determinatie en namen nog enkele aanvullende maten, die hierboven zijn vermeld. De vogel blijft in het bezit van de preparateur, wien dank betuigd wordt voor zijn medewerking. De Woestijnplevier is broedvogel van Zuidwest Azie, oostelijk van de Kaspische Zee en plaatselijk van Turkije. De trek vangt aan vanaf half juli. De overwinteringsgebieden bevinden zich in de subtropen en tropen (Glutz von Blotzheim, Bauer & Bezzel, 1975). In WestEuropa is de soort nog weinig waargenomen. Slechts uit België zijn een tweetal waarnemingen bekend.

[gratis pdf] [english summary]



limosa 53.1 1980
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster