WITTGEN AB & BRAAKSMA S (1964) Een broedgeval van een paartje Zwartkopmeeuwen Larus melanocephalus in Noord-Brabant. LIMOSA 37 (1): 12-16.
Zwartkopmeeuw Ichthyaetus melanocephalus = Larus melanocephalus
Nadat drs. H. Moller Pillot op 18 mei 1963, tijdens het eerste gezamenlijke
weekend van de Brabantse Vogelwerkgroep een nest met drie eieren van
een paartje Zwartkopmeeuwen had gevonden tussen de duizenden Kokmeeuwlegsels
op de buitendijks gelegen schorren nabij De Heen, gemeente
Steenbergen, werd op 22 mei een nieuw bezoek aan dit unieke natuurgebied
gebracht.
De broedende Zwartkopmeeuw was reeds van verre tussen de Kokmeeuwen
te herkennen aan de weI zeer opvallende forse felrode snavel (met gele
punt), die sterk contrasteerde met de gitzwarte kop en het nagenoeg geheel
witte verenkleed. Want ook de handpennen waren wit en gaven aan de
vogel in zit iets sternachtigs. Door het hoogtij van 22 mei kon het nest slechts
met de uiterste moeite bereikt worden. Het 3-legsel bevond zich op nagenoeg
het hoogste punt van het schor, daar het gelegen was op een klein plateau,
zeker 10 em uitstekend boven de omringende Kokmeeuwlegsels. De
afstand tot deze laatsten bedroeg zeker niet meer dan 50 em.
Het nest was iets afwijkend van een normaal Kokmeeuwnest, doordat de
randen wat hoger opgebouwd waren, zodat de nestkom dieper lag. De eieren
waren duidelijk groter terwijl ook het kleurpatroon en de tekening afwijkingen
vertoonden; de eieren hadden een zeer licht-beige grondtimbre met
daarop paarse en zwart-bruine vlekjes. Van Kokmeeuweieren zijn evenwel
zeer veel varieteiten bekend, zodat een Zwartkopmeeuwei qua grondtimbre
beslist in een serie lichtgekleurde Kokmeeuweieren zou kunnen worden
ondergebracht.
[gratis pdf] [english summary]
|