Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

TIMMERMAN A (1962) De Brandgans Branta leucposis in Nederland. LIMOSA 35 (3): 199-218.

Brandgans Branta leucopsis De brandgans Branta leucopsis was oorspronkelijk een schaarse winter-bezoeker in Zuidholland en Zeeland, zelden het binnenland gezien, maar soms waargenomen migreren langs de Noordzeekust brandgans Branta leucopsis Hoofdstuk A, behandelt de rustplaatsen van voor de jaren 1950. Het maximale seizoensgebonden nummers vanaf 1917 zijn weergegeven in de tabellen 1-8, elke rustplaats worden afzonderlijk gespecificeerd. De oude overwinteringsgebieden in Zuid-Holland en Zeeland waren, voor het grootste deel, verloren als gevolg van de maatregelen die zijn genomen na de grote overstromingen in 1953. De brandgans verscheen in grote aantallen alleen in strenge winters. In hoofdstuk B, zijn de bekende rustplaatsen na 1950 in detail behandeld. Op dit moment de brandgans concentreert zich in het zuiden van Nederland in de HollandschdiepHaringvliet gebied in Zuid-Holland. In het noorden van Friesland, daarnaast een belangrijke rustplaats is gemaakt sinds de drooglegging van de Bantpolder, zodat er zijn nu twee belangrijkste rustplaatsen in ons land. Bovendien, de brandgans verschijnt, op dit moment, in steeds grotere aantallen op de rustplaatsen van andere ganzen. In de tabellen, het maximum aantal vogels gezien per seizoen per rustplaats is opgenomen. In dit land, net als elders (Harrison, 1952 te zien), de brandgans heeft een duidelijke voorkeur voor collisionareas van zout en zoet water, of relicten van deze. De vegetatie is er behoort tot de Agropyro-Rumicion Crispi. In het noorden van Nederland de brandganzen slapen op de ondiepe zandbanken in de Waddenzee. In het zuiden van het land, op vergelijkbare banken in de Hellegat, het Haringvliet en de Scheelhoekbank. Op maanlicht nachten slapen de ganzen ook op de voederplaats. De figuur op p. 213 enqu?tes het verschijnen en verdwijnen van de brandgans in Nederland. Al aan het einde van hoofdstuk 4, onder e, is een tabel met de maximale aantallen vogels gezien op een dag 1917 tot 1.961. Het lijkt erop dat tussen een half en twee derde van de wereldbevolking van deze vogel winters in Nederland. Hoewel het schieten is verboden, en een paar voerplaatsen zijn binnen de duck-decoy gebieden zijn de twee grootste rustplaatsen ernstig bedreigd en het is essentieel dat de nieuwe terreinen moet worden aangevraagd in het Deltagebied en de Lauwerszee gebieden, overwinteren plaatsen voor de brandgans van Noord-Oost-Europa

[gratis pdf] [english summary]



limosa 35.3 1962
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster