BRAAKSMA S, KNIPPENBERG WHT & LANGENHOFF V (1959) Enige broedvogels in Noord-Brabant: Havik Accipiter gentilis & Sperwer Accipiter nisus. LIMOSA 32 (4): 206-212.

Over het voorkomen van roofvogels in Nederland in het midden van de 19de eeuw zijn merkwaardige gegevens te vinden in een rapport. dat Dr. J. WTTEWAAL in opdracht van de Minister van Binnenlandse Zaken had opgesteld naar aanleiding van de premies. die volgens de Jachtwet 1852 voor het doden van schadelijk gedierte konden gevorderd worden (1. p. 326-334; 8. p. 148). De bedoeling van de schrijver was aan te tonen. dat de toekenning van deze premies overbodig was voor de wildbaanen schadelijk voor de landbouw. daar juist de natuurlijke bestrijders van veldmuizen e.d. op deze wij ze werden uitgeroeid. In de nieuwe Jachtwet 1857 werd de premie dan ook facultatiefgesteld i.p.v. verplichtend; gedurende de daarop volgende jaren werden inderdaad minder premies toegekend. Dr. WTTEWAAL heeft nagegaan. hoeveel premies in de ver~ schillende provinciesgedurende de periode 1852-1857 werden uitbetaald en komt. wat de roofvogels betreft. tot de volgende schrikbarende rekening en verantwoording over die zes jaren: Arend-premies: in geheel Nederland 219. waarvan in

[gratis pdf] [english summary]