HOOGERS BJ & KLUIJVER HN (1959) Een broedkolonie van de Kwak Nycticorax nycticorax in de omgeving van Wageningen. LIMOSA 32 (1): 8-12.
Sedert in 1946, voor het eerst na 1876, het broeden van de Kwak Nycticorax nycticorax L. in Nederland werd geconstateerd (nl. in de Biesbos, LEBRET, 1947), is door ve1e veldornithologen met verdubbe1de be1angstelling naar deze vogels uitgekeken. Het leek immers allerminst uitgesloten, dat zij zich ook op andere plaatsen in ons land zouden vestigen of wellicht reeds gevestigd hadden. Het vrij groot aantal Kwakken, dat na 1946 in ons land werd gezien (zie LEBRET l.e., p. 154 en De Nederlandse Vogels, p. 1082), gaf ook wel aanleiding tot dit vermoeden. Nergens kon echter een duidelijke aanwijzing voor het broeden van de soort worden verkregen. De Kwak bevindt zich in ons land aan de noordgrens van zijn verspreidingsgebied ,en daardoor kan zijn voorkornen bij ons gemakkelijk een enigszins labiel karakter hebben. De kolonie in de Biesbos verminderde in de loop der jaren tot drie broedparen. Het was dus duidelijk, dat het voortbestaan van de soort als broedvogel in ons land uiterst kwetsbaar was. De nieuwe nederzetting, die wij in 1958 in de omgeving van Wageningen vonden, schenkt ons iets meer vertrouwen, dat het mogelijk zal zijn deze reiger voor onze avifauna te behouden. De eerste waarneming betrof een adult exemplaar, dat op 8 juni door HOOGERS werd gezien in een ongeveer 30 jaar oud wilgenbosje, dat te midden van een plas in een zg. tiche1gat staat. Hieronder wordt een voor een steenbakkerij diep uitgegraven stuk uiterwaard verstaan. Bij de voortdurend hoge waterstand in het voorjaar en de zomer 1958 stonden de bomen in het water. Er bevinden zich veel dode takken in en ook scheefgevaIlen dode stammen. Hiervan maakten de Kwakken bij voorkeur als zitplaats gebruik. Gedurende de weken, die op de eerste waarneming volgden, bezochten wij het terrein zowel tezamen als ieder afzonderlijk ve1e keren. Wij waren er vrijwel uitsluitend omstreeks zonsondergang. Dit bleek trouwens verreweg de gunstigste tijd te zijn, daar men overdag weinig van de Kwakken merkt. Zij zitten dan in het gebladerte verscholen te slapen. Kort voor zonsondergang worden zij actief, maar zelfs in de schernering, wanneer zij hun grootste activiteit ontplooien, blijven het trage voge1s.
[gratis pdf] [english summary]
|