Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Voslamber B., Platteeuw M. & Van Eerden M.R. (1995) Solitary foraging in sand pits by breeding Cormorants Phalacrocorax carbo sinensis: Does specialised knowledge about fishing sites and fish behaviour pay off? ARDEA 83 (1): 213-222
Hoewel tegenwoordig de meeste Aalscholvers rondom het IJsselmeergebied in het broedseizoen in grote, sociaal opererende groepen vissen, zijn er, met name in het winterhalfjaar, nog altijd exemplaren die voor een solitaire aanpak kiezen. Vit alle drie de kolonies langs de zuidrand van het IJsselmeer (Naardermeer, Lepelaarplassen en Oostvaardersplassen) blijken in de winter solitair vissende vogels vooral op diep water (meer dan 10 m) voor te komen. Waarnemingen aan vogels afkomstig uit de Oostvaardersplassen bij een voormalige zandwinput nabij Lelystad-Haven in maart en begin april 1982 lieten zien dat op dergelijke wijze foeragerende exemplaren vooral langs de steilste hellingen van de put actief waren. Ook werd op deze plekken het hoogste aandeel succesvolle duiken uitgevoerd. Eind maart werd de plek door meer vogels bezocht dan in begin april, terwijl individuele Aalscholvers in eerstgenoemde periode eveneens iets langer aanwezig bleven en vaker na afloop van de foerageerperiode direct naar de kolonie terugkeerden. Dit hing ongetwijfeld samen met een afgenomen aantrekkelijkheid van de foerageerplaats: terwijl in maart de gemiddelde bezoeker zo'n 475 g verse vis bemachtigde in minder dan een kwartier (ruim meer dan een gemiddeld dagrantsoen), werd begin april gemiddeld slechts 215 g vis in iets meer dan 10 minuten verschalkt. Tevens werd vastgesteld dat de vogels begin april boven iets geringere diepte doken. Gesuggereerd wordt dat in het winterhalfjaar het solitair vissen langs hellingen een goed alternatief is voor sociaal vissen. Hierbij zouden ervaren vogels een zinvol gebruik maken van hun terreinkennis door scholen overwinterende vis te exploiteren die zich ophouden langs deze gradiënten in diep water. Juist in het vroege voorjaar, waarin balts en concurrentie om de beste nestplaatsen een premie legt op zo kort mogelijke foerageervluchten en maximale aanwezigheid in de kolonie, is het bemachtigen van een meer dan gemiddeld dagrantsoen in een zeer korte tijd van fundamenteel belang. Het lijkt dan ook aannemelijk dat deze vismethode in het vroege voorjaar een goede keuze is voor de 'beste' Aalscholvers met de meeste ervaring. Deze specialistische manier van vissen is dan een beter alternatief voor het meegaan met de grote massa. De hoge kosten van het foerageren (diep water) en/of het ontbreken van de specifieke kennis en vaardigheden beletten mogelijk veel vogels om volgens deze strategie te werk te gaan.


[close window] [previous abstract] [next abstract]