VRIES TGD (1951) Oölogische en nidologische mededelingen 1950/51: Broeden van de kauw (Corvus monedule spermilogus Vieill.) in konijnenholen. LIMOSA 24 (3): 138-138.
Op 21 April 1950 ontdekten Waldeck ondergetekende een
kolonie van 20 a 25 paartjes in konijnenholen bij het Zwanenwater
bij Callantsoog. Het duinterrein was tamelijk vlak en weinig begroeid.
De meeste nesten waren (zonder uitgraven) onbereikbaar.
terwijl het bovendien nog tamelijk vroeg in het broedseizoen was.
Een nest bevatte echter drie eieren.
Vergelijk deze waarneming met die van Wigman op het Deelerwcud.
(Orgaan Cl N V 5,1932, p 18) en van Waldeck (ibidem
p 82).(HELLEBREKERS WPJ)
[Het broeden van de kauw in holten van de bodem (konijnenholen
en - in Zuid-Limburg - in gaten in de mergelrotsen) is. op sommige
plaatsen in Nederland en Belgie een vrij gewoon verschijn sel.
dat echter in het eerste kwartaal van deze eeuw, niet algemeen
bekend was.
Toen de Duitsers, in de eerste wereldoorlog, België;; hadden bezet,
waren de ornithologen onder hen zeer verbaasd bij Maeseyck een
kolonie aan te treffen, die in konijnenpijpen broedde. ln de " Deutsche
Jagerzeitung" verscheen in 1915 enige artikelen over "Die Dohlen
von Maeseyck". Thans schijnt deze wijze van broeden ook al en
toe in Duitsland voor te komen. (Vgl. Niethammer, Handbuch 1 p19).
Op de "Lippenhuister Heide", een betrekkelijk klein heide-reservaat
in de Friese gemeente Opsterland, broeden reeds jaren talrijke
kauwenpaartjes (meestal vrij diep) in konijnenholen. Het merkwaardige
is hier, dat zich, op vrij korte afstand, de bossen van
Beetsterzwaag en omgeving, met oud, hoogopgaand geboomte bevinden. (de V)].
Kauw Coloeus monedula
[gratis pdf] [english summary]
|