Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

TOOREN B VAN & HEIJ S DE (2009) Samenvattingen themadag Vogels en recreatie: Recreatie en broedvogels in de gebieden van Natuurmonumenten: een lastige balans. LIMOSA 82 (1): 45-46.

Recreatie vormt een niet weg te denken aspect in onze natuurgebieden. Nodig voor de mens zelf, maar ook om draagvlak voor natuurbescherming te behouden. Tegelijkertijd heeft die recreatie onmiskenbaar negatieve gevolgen voor de aantallen en soortensamenstelling van broedvogels in veel gebieden. Voor de natuurbescherming vormt het vinden van een goede balans tussen deze twee aspecten een lastig dilemma.
      De mate van openstelling van de gebieden van de terreinbeherende organisaties wordt regelmatig gemeten (tabel 1). De cijfers suggereren dat de openstelling van de gebieden van Natuurmonumenten de laatste jaren niet sterk is gewijzigd. Toch is dat maar de vraag: de criteria houden namelijk geen rekening met bijvoorbeeld de paddichtheid in gebieden of de aanwezigheid van een vorm van zonering. Zo zijn er in de laatste 15 jaar veel vogelkijkhutten en andere uitzichtspunten ingericht, terwijl ook wandelroutes worden aangepast als daar vanuit natuurwaarde aanleiding voor is. Vogelhutten trekken veel publiek maar of dat ook heeft geleid tot rustiger delen elders in de gebieden is zonder onderzoek niet na te gaan. De motieven van recreanten om natuurgebieden te bezoeken lijken wel te zijn veranderd. Recreanten voor wie gezelligheid of er even tussenuit gaan om een frisse neus te halen (ook met hond) centraal staat lijken in aantal sneller toegenomen te zijn dan recreanten met meer natuurgerichte motieven.
      De overheid heeft evenals Natuurmonumenten een dubbele doelstelling: het bieden van bescherming aan de natuur en het bieden van recreatiemogelijkheden. In de praktijk heeft dat ertoe geleid dat de huidige subsidieregeling voor natuurbeheer (het 'Programma Beheer') alleen opengesteld is voor gebieden die toegankelijk zijn voor publiek. In de praktijk blijkt dat de overheid het moeilijk maakt om van de uitzonderingsclausules gebruik te maken.
      Er is geen aanleiding te veronderstellen dat de balans tussen recreatie en broedvogels bij Natuurmonumenten de komende jaren sterk zal wijzigen. Afsluiting van voor recreatie belangrijke gebieden is niet aan de orde, noch is er beleid om demogelijkheden voor recreatie te verruimen. Afsluiting van terreindelen in het broedseizoen komt maar in een beperkt deel van de gebieden voor (o.a. stranden Kwade Hoek, oostpunt Schiermonnikoog, heide Sallandse heuvelrug ,weidevogelgebie den). Een belangrijk middel om meer mogelijkheden te bieden aan vogels is het huidige EHS-beleid: het vergroten en verbinden van natuurgebieden. Daarnaast is het van belang te blijven streven naar bewustwording bij beheerder en beleidsmaker van de problemen voor vogels in veel gebieden. Daarbij lopen de belangen van vogels niet altijd parallel aan die van andere plant- of diergroepen. Een pad door de heide kan voor broedvogels funest zijn maar voor de diversiteit aan planten en insecten juist heel belangrijk.
      Er lijkt plaatselijk nog wel ruimte te zijn om de mogelijkheden voor vogels te vergroten. Daartoe is het allereerst noodzakelijk om na te gaan wat realistische doelen kunnen zijn. Welke broedvogels zouden in een bepaald gebied haalbaar kunnen zijn? Vervolgens kan onderzocht worden of met name een betere zonering en aanpassing van de structuur van de vegetatie meer kansen kunnen bieden. De kennis van bijvoorbeeld broedvogelinventariseerders is daarbij zeer welkom. Dergelijke oplossingen worden momenteel nadrukkelijk besproken in het kader van de beheerplannen die voor Natura 2000 worden opgesteld. Helaas staat de terreinbeheerder daar vaak alleen in het aandringen op deze mogelijkheden.

[gratis pdf] [english summary]



limosa 82.1 2009
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster