(2010) Aanwijzingen voor auters Limosa. LIMOSA 83 (3): 143-144.
Limosa publiceert bijdragen die betrekking hebben op in
Nederland in het wild voorkomende vogels. Dat kunnen bijdragen
zijn over landelijk onderzoek aan bijvoorbeeld het
voorkomen van soorten, speciale studies aan één
soort(groep) of regionaal onderzoek met een landelijke
nieuwswaarde. De redactie streeft naar een gevarieerde
inhoud met artikelen over uiteenlopende onderwerpen zoals
aantalsontwikkeling en verspreiding, habtitat- en voedselkeuze,
broedbiologie, vogeltrek, gedrag, populatieprocessen
(broedsucces, sterfte en dispersie), effecten van beheer en
ruimtelijke ontwikkelingen, historische ornithologie etcetera.
De bijdragen kunnen worden aangeboden in de vorm van
artikelen, korte bijdragen of 'lopend onderzoek'. Artikelen zijn
in druk meestal niet langer dan zes à acht pagina's (3500-4500
woorden), korte bijdragen niet langer dan twee à drie (1700
woorden); lopend onderzoek valt daar tussenin. In overleg zijn
ook grotere bijdragen mogelijk; neem bij twijfel vooraf contact
op met de redactie. Met name willen we amateurs
uitnodigen hun bevindingen in Limosa te publiceren; minder
ervaren schrijvers helpen we graag op weg bij het samenstellen
van een bijdrage en de presentatie van de gegevens.
Aanlevering manuscripten
Stuur manuscripten bij voorkeur in digitale vorm naar de redactiesecretaris:
Romke Kleefstra, romke.kleefstra@sovon.nl;
Sovon Vogelonderzoek Nederland,
Posthoornsteeg 1C, 8911 AS Leeuwarden
Manuscripten worden aangeleverd in Word (.doc, .docx of
.rtf ). Vermijd opmaakcodes en tabelopmaak functies en neem
figuuronderschriften en tabellen op aan het eind van het document.
Bij eerste indiening kunnen figuren aan het eind van
het artikel in het document worden opgenomen, maar bij de
eindversie dienen ze als aparte bestanden te worden aangeleverd.
Zie hieronder voor nadere aanwijzingen over tabellen,
figuren en foto's. Doe altijd een spellingscontrole en check de
literatuurlijst tegen de literatuurverwijzingen in de tekst alvorens
het artikel op te sturen. Bij de tekst hoort ook een zelfstandig
te lezen Engelse samenvatting, alsmede Engelse bijschriften
van figuren en tabellen. Als de auteurs de Engelse
taal niet machtig zijn kan de vertaling door de redactie worden
verzorgd. Artikelen (maar niet korte bijdragen) zijn daarnaast
voorzien van een lead, een korte introductie die uitnodigt
het artikel te lezen en beknopt de essentie ervan
weergeeft. Auteurs kunnen zelf een lead schrijven of de redactie
vragen met een voorstel te komen.
Redactionele behandeling
Na ontvangst van een bijdrage stuurt de redactiesecretaris
een bevestiging en informatie over de verdere procedure aan
de auteur. Artikelen worden in de regel door twee redacteuren
gelezen, die waar nodig inhoudelijke opmerkingen geven
en suggesties doen om de presentatie te verbeteren. Eén
van de redacteuren bundelt de opmerkingen en stuurt deze
naar de auteur waarbij hij tevens aangeeft of het stuk voor
plaatsing in aanmerking komt. Na verwerking van de opmerkingen
stuurt de auteur een tweede versie terug naar de corresponderend
redacteur. Vaak kan deze versie meteen door
naar de eindredactie, maar soms volgt een tweede commentaarronde.
Vanwege de uniformiteit binnen Limosa behoudt
de redactie zich het recht voor waar nodig spelling, stijl en
taalgebruik aan te passen; dit gebeurt door de inhoudelijk
eindredacteur (tekst) of de vormgever (illustraties en tabellen).
Nadat artikelen zijn opgemaakt ontvangt de (eerste) auteur
van de vormgever een .pdf-bestand ter controle. Deze
wordt binnen zeven dagen teruggestuurd naar de technisch
eindredacteur (kees.koffijberg@sovon.nl). In dit stadium zijn
alleen nog kleine correcties mogelijk; geactualiseerde gegevens
of nieuwe inzichten kunnen meestal niet meer worden
toegevoegd! Na publicatie ontvangt de auteur een .pdf-bestand
van het artikel. Neem indien u de pdf op een website
wilt plaatsen contact op met de redactiesecretaris.
Opbouw van artikelen
Manuscripten voor artikelen hebben in principe de volgende
opbouw en volgorde: titel, auteursnamen, lead, hoofdtekst
(opgedeeld in inleiding, studiegebied/methoden, resultaten
en discussie), dankwoord, literatuur, adressen van auteurs (inclusief
e-mailadres), Engelse samenvatting, tabellen, figuurbijschriften.
Eventueel kunnen studiegebied/methoden, resultaten
en discussie nader worden onderverdeeld. In korte
bijdragen is de hoofdtekst meestal niet opgedeeld in afzonderlijke
paragrafen maar volgt deze wel dezelfde opbouw als
bij artikelen. Probeer lange lappen tekst te vermijden en
maak gebruik van tussenkopjes, vooral in de discussie.
Raadpleeg bij het schrijven een recent nummer van Limosa
en volg zoveel mogelijk de daarin gebruikte indeling, kopjes
en vorm van literatuurverwijzingen en tabellen. Namen van
dier- en plantensoorten en ondersoorten beginnen altijd met
een hoofdletter (maar: aalscholver kolonie, ganzen). Voeg bij
de eerste keer dat een soort wordt genoemd de wetenschappelijke
naam toe (in cursief). Namen van vogelsoorten volgen
de Avifauna van Nederland (van den Berg & Bosman 1999,
pagina 378-384). De soortvolgorde in opsommingen en tabellen
volgt de bekende Euring-volgorde van Voous (1980;
zie Limosa 53: 91-104).
Literatuurverwijzingen
Neem literatuurverwijzingen in de tekst op als: "(van den
Berg & Bosman 1999, 2000)", of, wanneer de gerefereerde auteurs
een directe rol spelen in de zin: "Van den Berg (1985)
meldt dat..."(let op het verschil in gebruik van de hoofdletter voor het tussenvoegsel). Plaats verwijzingen in de tekst op
volgorde van publicatiejaar en in de literatuurlijst op alfabetische
volgorde van de eerste auteur (met "van Dijk" onder de
D) en daarbinnen op publicatiejaar. Met uitzondering van de
eerste auteur worden initialen vóór de auteursnaam geplaatst.
Namen van tijdschriften worden voluit geschreven.
Naar boeken en boekhoofdstukken wordt verwezen zoals in:
"van den Berg A.B. & C.A.W. Bosman 1999. Avifauna van
Nederland deel 1. GMB Uitgeverij/KNNV, Haarlem/Utrecht",
en "Swennen C. 1984. Differences in quality of roosting flocks
of Oystercatchers. In: P.R. Evans, J.D. Goss-Custard & W.G. Hale
(red), Coastal waders and wildfowl in winter, p. 177-189.
Cambridge University Press, Cambridge." Bij informatie van
websites worden uitgever en plaats vervangen door het URL
(b.v. www.nou.nu). Informatie die niet uit literatuur afkomstig
is wordt aangehaald als: (J. van Dijk). Figuren en tabellen worden
in de tekst aangehaald als (tabel 1) of (figuur 1), in de
Engelse samenvatting als (Tab. 1, Fig. 2 of Figs 2 & 3).
Geografie, getallen en afkortingen
• Regio's worden genoemd als: Zuid-Spanje, Noordwest-
Europa.
• Bij eerste vermelding in tekst van plaatsen en locaties afkorting
van de provincienaam toevoegen (zonder punt; Fr, Gr,
Dr, Ov, Gld, NB, L, Z, ZH, NH, Fl).
• Tijden worden geschreven als 10:30.
• Decaden (perioden van tien jaren) als: jaren negentig, negentiger
jaren.
• Schrijf hele getallen tot en met tien voluit, tenzij het opsommingen
en eenheden betreft. Dus: "Het 6 km lange transect
werd vier maal afgelopen, waarbij respectievelijk 5, 12, 8 en
7 Goudvinken werden gezien". Scheid bij getallen vanaf
10 000 met een harde spatie het duizendtal. Gebruik de
punt als decimaalteken.
• Gebruik als statistische afkortingen: SD=14, SE, ANOVA, N,
P>0.05, ƒÓ
2 , t, F, rs, R2 . Vermeld het aantal vrijheidsgraden bij
een toetsgrootheid als subscript (t12 , F1,38) of als: df=12.
Ingewikkelder statistische bewerkingen (bijvoorbeeld modellen)
kunnen worden toegelicht in een bijlage.
• Vermijd afkortingen behalve de volgende: b.v. (bijvoorbeeld),
ca. (circa), et al. (et alii, en anderen) en vgl. (vergelijk).
Tabellen
Plaats tabellen niet in de hoofdtekst maar achteraan het manuscript
of in een apart bestand. Tabellen worden opgemaakt
als tekst met tabs om kolommen te scheiden en harde
returns om regels te scheiden (en dus niet als spreadsheet of
met de tabelfunctie van het tekstverwerkingsprogramma).
Kolom- en regeltitels dienen beknopt te zijn maar zo veel mogelijk
zelfstandig te begrijpen, met zo min mogelijk afkortingen,
zonder hoofdletters aan het begin, en tweetalig
(Nederlands en cursief Engels). Tabellen zijn voorzien van een
tweetalig bijschrift dat de inhoud van de tabel beknopt beschrijft.
Figuren
Figuren en kaarten worden aangeleverd als aparte bestanden
in de formaten Illustrator .eps, Freehand .eps of (vectorgebaseerde)
.pdf. Bestandsformaten .tiff, .jpg en .ppt
(PowerPoint) en hiervan afgeleide .pdfs zijn doorgaans niet
acceptabel. Het is ook mogelijk figuren in te zenden in het
Excel-bestand waarin ze zijn vervaardigd, en dat liefst ook de
gegevens bevat; de redactie kan dan helpen ze op de juiste
wijze op te maken. Neem bij speciale afbeeldingen, bijvoorbeeld
GIS-kaarten of andere verspreidingskaarten contact op
met de redactiesecretaris.
De standaardvormgeving van grafieken omvat onder
meer: assen vormgeven als rechthoek, maar zonder buitenkader
rondom het grafiekgebied, asbijschriften en legenda
zonder beginhoofdletters en tweetalig (Nederlands - cursief
Engels), met aanduiding van de gebruikte eenheid (tussen
haakjes). Grafieken dienen zo zelfstandig mogelijk te begrijpen
te zijn, ook zonder dat het bijschrift wordt geraadpleegd,
dus met complete legenda, symboolaanduiding bij (secundaire)
assen etc. Vermijd het gebruik van een x-as met vaste
intervallen wanneer waarnemingen met wisselende tussenpozen
worden uitgezet; gebruik daarvoor een numerieke as
en variabele tussenruimten (b.v. niet het 'lijn' maar het 'xy'
grafiektype in Excel). Houd figuren verder zo eenvoudig mogelijk
(b.v. geen 3-D effecten in staafdiagrammen) en gebruik
duidelijk te onderscheiden maar niet te onrustige kleuren en
arceringen. De uiteindelijke opmaak van de figuren geschiedt
door de vormgever.
Foto's
Het meesturen van beeldmateriaal bij een artikel, zoals foto's
van in de tekst beschreven soorten of habitats, wordt aangemoedigd.
Fotografen ontvangen desgewenst een vergoeding
voor het gebruik van hun foto's. Digitale foto's dienen in
.tiff of .jpg formaat te worden aangeleverd met een minimale
resolutie van 300 dpi en een goede kleurweergave. Lever zo
mogelijk bij elke foto een kort onderschrift aan en vermeld
onderwerp, plaats en datum van opname en de naam van de
fotograaf ook in de bestandsnaam. Wanneer foto's een directe
en onmisbare illustratie zijn van in de tekst genoemde zaken
(b.v. een vogel waarvan veren met tekst zijn benoemd of
genummerd of een object waarbij de wijze van meten is aangegeven)
worden ze genummerd als figuur; wanneer het verband
met de tekst losser blijven ze doorgaans ongenummerd
(b.v. foto van studiegebied of de bestudeerde vogels).
[gratis pdf] [english summary]
|