Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

MELMAN D (2010) Themadag 'Weidevogels tussen krimp en kramp': 'Hoe is de effectiviteit van het weidevogelbeleid te verbeteren?'. LIMOSA 83 (4): 187-187.

Het Nederlandse weidevogelbeleid heeft een lange historie (sinds 1975). Tot nu toe heeft het niet de resultaten opgeleverd die waren beoogd: een stabiele, duurzame weidevogelstand. Daarvoor zijn diverse oorzaken aan te geven: (1) ontbrekende ecologische kennis, (2) onvoorziene maatschappelijke ontwikkelingen, (3) traagheid en veranderlijkheid van het beleid, en (4) gebrek aan begrip tussen beheerders (boeren) en onderzoekers. De verschuiving van landelijke naar provinciale eindverantwoordelijkheid biedt kansen maar geeft ook risico op verdeeld beleid. Zo is er op dit moment de neiging om de oplossing te zoeken in weidevogelkerngebieden. De definitie daar van en de consequenties die zo'n benadering met zich meebrengt zijn evenwel nog onduidelijk. Vragen die daarbij aan de orde komen zijn: op welke soorten hebben de kerngebieden betrekking en welke aantallen per soort zijn aan de orde? Hoe wordt het ruimtelijk beleid in de kerngebieden geregeld (provinciale ruimtelijke verordening?) en wat wordt er geregeld? En voorts: wat is bepalend voor de totale omvang van de kerngebieden: de omvang en duurzaamheid van de populatie of het beschikbare budget? Elke provincie lijkt nu zijn eigen invulling te gaan geven; er is geen landelijke regie. De perspectieven voor nieuw elan in het weidevogelbeleid lijken met het nieuw aangetreden kabinet niet gunstig: minder budget en verschuiving van reservaatvorming naar beheer door boeren en particulieren. Voor beter weidevogelbeleid zijn noodzakelijk: heldere doelstellingen, draagvlak bij alle betrokkenen, meer kennis en gedegen uitvoering, landelijke regie en voldoende budget.

[gratis pdf] [english summary]



limosa 83.4 2010
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster