VLEK R (2005) In memoriam Pater Knippenberg. LIMOSA 78 (4): 157-157.
Op oudjaarsdag is te Nijmegen op 95-jarige leeftijd
pater W.H.Th. (Willem) Knippenberg overleden.
Knippenberg is naast zijn activiteiten op het gebied
van archeologisch en streekhistorisch onderzoek,
in onze kring vooral vermaard als beschrijver
van de Brabantse vogelwereld. Hij was na zijn
studies filosofie, theologie en klassieke talen (Nijmegen,
1929-39) verbonden als leraar aan het
gymnasium van het Seminarie Beekvliet te Sint Michielsgestel.
Daar kreeg hij na de bevrijding van
Zuid-Nederland in 1944 het beheer over de natuurcollectie
van het seminarie, het Natuurhistorisch
Museum Beekvliet. Deze verzameling was in belang
gegroeid door het legaat (in 1935) van een in
de tweede helft van de 19e eeuw bijeengebrachte
Brabantse vogelcollectie, van de gebroeders Bernard
en Frans van Dijck uit Sint Michielsgestel. Zij
hadden in de jaren 1850-80 ca. 2000 vogels verzameld,
vrijwel allemaal afkomstig uit Noord-Brabant.
Na het overlijden van de broers viel deze collectie
goeddeels uiteen, tot medio jaren dertig een van
hun zoons zijn deel van de verzameling schonk
aan het Museum Beekvliet (300 vogels van 135
soorten). Ook het restant gaf nog een goed beeld
van de rijke vogelwereld van Midden- en Zuidoost-
Brabant. Hieronder veel Hoppen, Wielewalen,
Kwakken, in Brabant verzamelde Grielen en eieren
daarvan, Kleinst Waterhoen, Zwarte Ibis, Roze
Spreeuw en Renvogel. Van de nadien toegevoegde
bijzonderheden is een Ralreiger uit 1931 vermeldenswaard,
maar ook een Vale Gier geschoten
bij Schijndel in september 1944 uit een groep van
zes (Limosa 35, 1962).
In het museum Beekvliet ontstond het plan om
de Brabantse vogelwereld in monografieën uit te
werken, later uitmondend in de Avifauna van
Noord-Brabant (van Erve et al. 1967). Als voorwerk
daartoe had Knippenberg in artikelen in Brabantia
en Limosa de status van 23 bijzondere broedvogels
van Brabant beschreven (1952-1963).
Braaksma en Langenhoff namen een groot aantal
andere soorten voor hun rekening. In de Avifauna
van Noord-Brabant verzorgde Knippenberg daarnaast
nog een interessante historische inleiding
over de Brabantse vogelwereld (1400-1900). Na
de opheffing van het seminarie (1972) is de Beekvliet-
collectie overgegaan naar natuurmusea in
Eindhoven, Tilburg, Oudenbosch en Maastricht.
Naast zijn 50 natuurhistorische publicaties
(waarvan 31 over vogels) publiceerde Knippenberg
46 artikelen over archeologische opgravingen
in Brabant, en vele artikelen over geloofsuitingen
en volkskunde van Noord-Brabant, onder
meer over wolvenjacht en over Brabantse veldnamen
met verwijzingen naar vogels. Voor zijn oeuvre
werd Knippenberg door het Prins Bernard
Fonds bekroond met een Zilveren Anjer. Tevens
ontving hij de Brabantse Cultuurprijs, en tenslotte
werd hij ook nog geridderd.
Tot op hoge leeftijd bleef Knippenberg vanwege
zijn historische kennis een belangrijke vraagbaak
op het gebied van de natuur en geschiedenis van
Brabant. Toen Justin Jansen en ik op de laatste Sovon-
dag nog een keer bij de pater op audiëntie
gingen, in zijn rusthuis achter het Nijmeegse Universiteitsterrein,
wees hij ons terloops op een aantal
onbekende foto's van de Beekvliet-collectie
(gepubliceerd in zijn Liber amicorum, in Brabants
Heem 1986). Onder het genot van een sigaret vertelde
hij in het voorjaar een bijna terminale longontsteking
te hebben overleefd. Bij zijn 95e verjaardag
in november waren de huidige studenten van het
door hem in de jaren dertig opgerichte dispuut voltallig
aangetreden om hem te feliciteren.
We moeten het doen met deze laatste herinneringen
aan een tot op hoge leeftijd zeer inspirerende
persoon. Nu kunnen wij hem helaas niets meer
vragen
[gratis pdf] [english summary]
|