(2005) Recensie: Beusekom R van. ... (et al). 2005. Rode Lijst van de Nederlandse broedvogels. LIMOSA 78 (3): 122-123.
Rode Lijst van de Nederlandse broedvogels. R.
van Beusekom, P. Huigen, F. Hustings, K. de Pater
& J. Thissen (redactie) 2005. Tirion Uitgevers B.V.,
Baarn, i.s.m. Vogelbescherming Nederland en Sovon
Vogelonderzoek Nederland. 125 pp. ISBN 90-
5210-598-7, harde kaft.
In november 2004 verscheen de derde Rode Lijst
van Nederlandse broedvogels, die elke 10 jaar
door Vogelbescherming in samenwerking met Sovon
gepubliceerd wordt. In het boek dat naar aanleiding
van deze lijst verscheen worden de in Nederland
broedende vogelsoorten beschreven die
zeldzaam zijn of in aantal achteruit gaan. In de inleiding
wordt uitgelegd dat de Rode Lijst een
draaiboek voor het Nederlandse natuurbeleid is
(zou moeten zijn?), waarin de bedreigde broedvogels
aangeven waar de grootste klappen vallen en
waar beschermingsmaatregelen nodig zijn. Het
boek geeft de (mogelijke) oorzaken van de negatieve
ontwikkelingen uitgebreid weer en er worden
maatregelen in voorgesteld om de Rode Lijstsoorten
van hun bedreigde status af te helpen.
Het boek is opgedeeld in drie hoofdstukken. In
het eerste hoofdstuk wordt uitgelegd welke criteria
gebruikt worden om een vogelsoort op de Rode
Lijst te plaatsen en hoe de indeling van soorten in
de categorieën van 'gevoelig' tot 'ernstig bedreigd'
tot stand komt. Van de 182 regelmatige Nederlandse
broedvogels staan er maar liefst 78 (43%)
op de Rode Lijst, waarvan 8 soorten als broedvogel
in Nederland zijn uitgestorven, 12 soorten ernstig
bedreigd, 12 bedreigd, 20 kwetsbaar en 26
gevoelig. Vergeleken met de vorige Rode Lijst uit
1994 valt op dat de lijst langer is geworden (van 57
naar 78 soorten) maar dat de gemiddelde mate
van bedreiging minder zwaar is. Het lijkt er met deze
Rode Lijst in ieder geval niet op dat de Nederlandse
natuurbescherming tevreden achterover
kan leunen. Drie in Nederland in het agrarisch landschap
broedende soorten (Kievit, Patrijs en Grutto) komen
ook voor op de Europese Rode Lijst van
broedvogels. Het feit dat bovendien veel soorten
van het open agrarisch gebied als nieuwkomer op
de Nederlandse Rode Lijst terecht zijn gekomen
geeft aan dat de achteruitgang van vogelsoorten in
het agrarisch gebied, dat maar liefst 70% van de
ruimte in Nederland beslaat, het meest verontrustend
is.
Het tweede hoofdstuk neemt de meeste pagina's
in beslag en bevat de meest interessante informatie.
In dit hoofdstuk worden uitgebreid de
leefgebieden van de Nederlandse broedvogels
beschreven, opgesplitst in achtereenvolgens agrarisch
landschap, bos, heide, hoogveen en zandverstuiving,
kust en duin, moeras, en stad en dorp.
De veranderingen in deze landschappen en de
gevolgen hiervan voor verschillende vogelsoorten
worden gedetailleerd en op een erg leesbare manier
beschreven. Dit hoofdstuk is met duidelijke
kopjes onderverdeeld en de foto's werken verhelderend
bij de beschrijvingen van de verschillende
landschapstypen. Vrolijk word je echter niet van dit
hoofdstuk! De problemen waar de verschillende
landschappen mee kampen zijn legio en omvangrijk.
Zo eindigt de beschijving van agrarisch Hoog-
Nederland met: "Voordat er reden is om optimistisch
te zijn over de toekomst van Rode Lijstsoorten
in agrarisch Hoog-Nederland, moet er nog heel
wat gebeuren". Voor elk leefgebied worden dan
ook concrete maatregelen beschreven voor een
herstel van het landschap met daarin de kenmerkende
vogelsoorten. Het is dringend tijd dat daar
werk van wordt gemaakt.
In het derde hoofdstuk worden van alle 78 Rode
Lijstsoorten apart de status als Nederlandse
broedvogel, de aantallen en trends en mogelijke
beschermingsmaatregelen besproken. Deze beschrijving
neemt per soort een halve pagina in beslag,
waarvan weer éénderde door een foto van de
betreffende soort. Dit laatste hoofdstuk is waarschijnlijk
informatief voor politici of terreinbeheerders
met weinig kennis van vogels, voor de gemiddelde
vogelaar bevat dit hoofdstuk weinig nieuwe
informatie die bovendien uitgebreider in broedvogelatlassen
en avifauna's is terug te vinden. De
lay-out van dit hoofdstuk is met de roze en lichtgroene
koppen en foto's met afgeronde hoeken
nogal oubollig.
Voor wie is de Rode Lijst bedoeld? "Onmisbaar
voor iedereen die geïnteresseerd is in vogels en
natuurbescherming" staat achterop de omslag. De
uitleg in de inleiding waarin Vogelbescherming
stelt dat natuurbescherming goed samen kan
gaan met economie en veiligheid ("Het is geen of,
of maar en, en") doet echter vermoeden dat de
auteurs zich vooral richten op beleidsmakers en
terreinbeheerders. Het is echter de vraag of de ingrijpende,
maar urgente, maatregelen voor natuurherstel
die in hoofdstuk 2 worden voorgesteld
daadwerkelijk altijd met economische ontwikkeling
te combineren zijn. Waarom zou natuur bovendien
niet eens een keer voorrang mogen krijgen?
Het is jammer dat er, ondanks een uitgebreide
lijst met geraadpleegde literatuur, in de tekst geen
verwijzingen naar deze literatuur staan. Dit maakt
het voor geïnteresseerde lezers moeilijk om zich
verder te verdiepen in bepaalde zaken. Van de
165 geciteerde bronnen betreft het in 62 gevallen
(38%) een, doorgaans slecht toegankelijk, onderzoeksrapport.
Dit maakt het beoordelen van de informatie
in de Rode Lijst lastig. In dat opzicht is bijvoorbeeld
de uitgebreide aanbeveling in het boek
om mozaïekbeheer (gefaseerd maaien van weilanden)
toe te passen om weidevogels te beschermen
opvallend. De effectiviteit van dit maaibeheer
werd toen de Rode Lijst werd gepubliceerd namelijk
nog wetenschappelijk onderzocht in het kader
van 'Nederland-Gruttoland', in opdracht van o.a.
Vogelbescherming.
Ondanks deze bezwaren valt er genoeg nuttige
informatie uit het boek te halen dat ons er dringend
aan herinnert hoe slordig we met ons landschap
omspringen. Het zou verplichte kost moeten zijn
voor beleidsmakers en terreinbeheerders.
Recensie van Jeroen Reneerkens
[gratis pdf] [english summary]
|