LIM_78-2-5_recensies.pdf (2005) Recensie: Lausten M. & Lyngs P. 2004.Trækfugle på Christiansø 1976-2001. LIMOSA 78 (2): 83-84.
Trækfugle på Christiansø 1976-2001. M. Lausten & P. Lyngs 2004. Christiansø Naturvidenskabelige
Feltstation, Gudhjem. 176 pp. Prijs: c.€?20,-.
Deze twee boeken beschrijven het voorkomen van
(trek)vogels op twee Scandinavische eilanden, het
Noorse Utsira en het Deense Christiansø. Het zijn
relatief geïsoleerd gelegen eilandjes in respectievelijk
de Noord- en de Oostzee, waar onderzoek
wordt gedaan aan noordelijke soorten die we in
Nederland ook goed kennen. De beide boeken zijn
vanuit verschillende uitgangspunten geschreven.
Het boek over Utsira geeft een overzicht van alle
op het eiland vastgestelde soorten, en het Deense
boek richt zich vooral op trekvogels. Ook zijn de
boeken volkomen anders uitgevoerd, een gevolg
van het verschil in doelgroep. Utsira wordt vooral
bezocht door vogelaars op zoek naar zeldzaamheden
en dit speelt op Christiansø duidelijk minder.
Wat zeldzaamheden betreft doet Utsira nauwelijks
onder voor hotspots zoals Helgoland of Fair Isle.
Het Utsira-boek leunt dan ook zwaar op de
menselijke component (vogelaars). Zo neemt de
ornithologische geschiedenis van het eiland 50
bladzijden in beslag. Vooral de 'avonturen' van vogelaars
door de jaren heen worden hier behandeld.
Daarnaast worden de beste plekken (en de
bijbehorende strategie om zeldzaamheden te vinden)
behandeld in 10 pagina's. Ruim de helft van
het boek bestaat uit een avifaunistisch overzicht.
Utsira werd in de loop der jaren met wisselende intensiteit
bezocht en onderzocht door onderzoekers/
vogelaars, waardoor de gegevens meer
anekdotisch van karakter zijn. Toch is het zeer interessant
om te lezen over falls van meer dan
55 000 Koperwieken (6 oktober 1978), 50 000
Kramsvogels (13 oktober 1975) of 400 Winterkoningen
op 4 oktober 1992, terwijl deze laatste soort
niet eens op het eiland broedt! De extreme zeldzaamheid
van Gaaien (slechts enkele waarnemingen)
is dan weer opmerkelijk te noemen.
Het boek over Cristiansø is vooral een gedetailleerde
analyse van 26 jaar ringonderzoek (7-8
maanden per jaar), waarin c. 600 000 vogels werden
geringd en c. 2500 werden teruggevangen.
Door middel van vele figuren worden fenologie
(vaak nog uitgesplitst naar leeftijd en geslacht) en
ringterugmeldingen (door middel van stippenkaarten)
verduidelijkt. Ook hier komt de ornithologische
historie ter sprake, maar dat gebeurt in enkele pagina's. Al dit onderzoek komt voor Utsira uit op een soortenlijst
van 313, en voor Christiansø op 296 soorten.
Dit verschil wordt verklaard doordat er op het Noorse
eiland verscheidene Amerikaanse dwaalgasten
zijn waargenomen en omdat het dichter bij het vasteland
ligt en daarom meer broedvogels heeft. Wat
dit laatste betreft beschikken beide eilanden
natuurlijk over een relatief 'arme' eilandavifauna,
maar met aansprekende broedvogels zoals Papegaaiduiker
(alleen Utsira), Alk en Zwarte Zeekoet
(beide eilanden)
Het Noorse boek ziet er prachtig uit, met vele
kleurenfoto's van zowel vogels als vogelaars. Het
boek over Christiansø is duidelijk soberder qua uitvoering,
met een aantal zwartwitfoto's. Beide boeken
zijn geschreven in de landstalen, maar het
Deense beschikt over een Engelstalige samenvatting
en bijschriften bij de figuren terwijl in het Noorse
de meest gebruikte termen in het Engels worden
vertaald. Afgaande op deze publicaties zijn zowel
Utsira als Christiansø spannende vogeleilanden die
de moeite van een bezoek meer dan waard zijn en
dan vooral in voor- en najaar.
Recensie van Gert Ottens
[gratis pdf] [english summary]
|