(2001) Recensie: Sibley D. 2000. he North American Bird Guide. LIMOSA 74 (1): 39-40.
The North American Bird Guide. Sibley D. 2000.
Chanticleer Press New York, Pica Press Sussex.
ISBN 1-873403-98-4. 544 p. Prijs c. f 75,-.
In 2000 verscheen een nieuwe veldherkenningsgids
van Noord-Amerikaanse vogels op de mark!:
The North American Bird Guide. David Sibley heeft
voor het tot stand komen van dit boek een indrukwekkende
hoeveelheid werk verzet. Aan de hand
van maar liefst 6600 illustraties behandelt hij de
herkenning van alle in Noord-Amerika voorkomende
vogelsoorten. Dit heeft geresulteerd in een 544
pagina's dik boek, met het voor een veldgids wat
onhandige formaat van 25x17 cm. De voor een
veldgids gebruikelijke inleiding is uitgebreid (22
pagina's) en vooral nuttig om bekend te raken met
de beginselen van soortidentificatie. Daarna volgen
ruim 500 pagina's waarin de herkenning van
alle Noord-Amerikaanse vogelsoorten wordt behandeld.
Het gaat om 810 soorten en 310 herkenbare
ondersoorten/vormen die voorkomen op het
vasteland van de Verenigde Staten, Canada, en
nabij gelegen eilanden. Vogelsoorten van Hawaii,
Bermuda en Groenland zijn niet opgenomen.
Dwaalgasten zijn aileen opgenomen indien ze gedurende
de laatste 25 jaar meer dan tien keer zijn
vastgesteld.
De in het boek gevolgde taxonomie is actueel en
voigt grotendeels de recente versie van Check-list
of North American Birds van de American Ornithologist
Union (AOU), supplement 42 (2000). In de
meeste gevallen is de gekozen naamgeving en
systematiek overzichtelijk, behalve bij de behandeling
van ondersoorten. Hierbij wordt volstaan
met de vermelding van de Amerikaanse naam en
ontbreekt de wetenschappelijke naam.
Aan de herkenning van elke soort is minimaal
een halve pagina (een kolom) gewijd. Alle informatie
is op dezelfde wijze gerangschikt. Bovendien
zijn vrijwel identieke en onderling verwant soorten
naast elkaar geplaatst. Deze opzet werkt in het
veld uitermate prettig, met name wanneer men niet
goed bekend is met de Noord-Amerikaanse avifauna.
De relevante informatie kan in een oogopslag
worden vergeleken. De soortherkenning
wordt gedomineerd door de vele illustraties, minimaal
vijf per soort. Volgens mij is men er bij het samenstellen
van een veldgids niet eerder in geslaagd
om een soort op zo'n consequente wijze in
aile herkenbare kleden af te beelden. Dit is gedaan
voor de vogel in zit en in vlucht (onder- en bovenzijde,
ook bij zangvogels). In het algemeen is de
kwaliteit van de afbeeldingen goed. Ze geven de
'jizz' van een vogel en de details van het verenkleed
voldoende weer. Kenmerken worden in de afbeeldingen
met een pijltje aangeduid en kort toegelicht.
In een kort inleidend tekstblok worden de belangrijkste
kenmerken samengevat. Tevens
worden hier de maten van een soort (in inches)
vermeld. De identificatie van een aantal probleemgroepen
wordt in een inleidende paragraaf uitgebreider
behandeld. In de tekst over soortherkenning
is per soort een volledige fonetische
beschrijving van alle geluiden opgenomen. Deze
informatie is vooral nuttig bij herkenning van soorten
die op grond van het verenkleed welhaast niet
te onderscheiden zijn maar wei afwijkende roepjes
hebben, zoals de Empidonax-vliegenvangers.
De beschrijving van status, habitat en gedrag
van een soort komen er bekaaid vanaf; een concessie
aan de vele illustraties. Informatie over habitatvoorkeur
en gedrag van een soort is vaak aan
de beknopte kant en soms aileen in een inleidend
hoofdstuk over de familie terug te vinden. Hoewel
dergelijke informatie niet doorslaggevend voor de
herkenning hoeft te zijn, kan het de identificatie in de goede richting sturen. De seizoensverspreiding
is per soort door middel van een verspreidingskaart
in kleur weergegeven. Hierbij ontbreekt een
toelichting over de mate van talrijkheid. Alleen
dwaalgasten zijn te onderscheiden aan de hand
van de stippen van waarnemingen in het kaartje.
Amerika-gangers of vogelaars met interesse in
de herkenning van Noord-Amerikaanse vogelsoorten
maken tot op heden veelal gebruik van de inmiddels
verouderde in twee delen uitgebrachte
Peterson Field Guides: Western/Eastern Birds of
de National Geographic Society Field Guide to the
Birds of North America. De laatstgenoemde werd
zeker na de grondige revisie in 1999 beschouwd
als de beste veldgids voor Noord-Amerika. Hoewel
deze gids uitgebreide informatie over habitat, status
en gedrag verschaft, doet deze in overzichtelijkheid
en kwaliteit van de soortherkenning onder
voor 'de Sibley'. In 'de National Geographic zijn de
illustraties soms rommelig ingedeeld, van wisselende
kwaliteit en minder volledig. Relevante kleden
en vliegbeelden zijn niet altijd afgebeeld. Naar
mijn mening is 'de Sibley' op dit moment de meest
volledige en, 'ondanks het onhandige formaat, in
het veld de meest praktische gids voor de herkenning
van Noord-Amerikaanse vogels.
Recensie van Andre van Kleunen
[gratis pdf] [english summary]
|