(2008) Recensie: Vogelwerkgroep Arnhem en omstreken. 2008. Vogels van de Veluwezoom . LIMOSA 81 (4): 174-174.
Vogels van de Veluwezoom
Vogelwerkgroep Arnheme.o. 2008. Vogelwerkgroep
Arnhem en omstreken,
Arnhem. ISBN978-90-812483-1-0. 310 blz,
harde kaft. Te bestellen via de website
www.vogelwerkgroeparnhem.nl voor
€ 22,50 + € 8,95 verzendkosten.
Deze weerslag van 25 jaar telwerk is geheel
uitgegeven in kleur en valt mooi
open in een harde omslag. Het onderzochte
gebied beslaat de Zuidoost-
Veluwe (inclusief rand) en de aangrenzende
uiterwaarden van de IJssel, samen
bijna 200 km2. Hier werden broedvogelkarteringen
uitgevoerd in proefvlakken,
die in sommige jaren bijna het hele gebied
besloegen. In de winter werden vogels
op punten geteld en in voor- en najaar
op vaste trektelposten.
De opzet van het boek is een beetje
rommelig, met achtereenvolgens beschrijvingen
van onderzoeksgebied,
weersomstandigheden, methode, Boommarters,
beheer, irrupties, biotopen en
vogels, en vervolgens de teksten per
soort. Die soortteksten zijn gegroepeerd
per habitat, waardoor het soms ietsmoeilijker
is om de tekst van een bepaalde
soort te vinden, maar dat wordt gecompenseerd
door een losse bladwijzer waarop
ook de legenda's bij de kaartjes zijn te
vinden. In het algemeen sluiten de hoofdstukken
niet goed op elkaar aan en is er
sprake van overlappende informatie.
Desondanks zijn de hoofdstukken over
het landschap en het ontstaan ervan onderhoudend
en doorspekt met wetenswaardigheden
en goed gekozen foto's.
Door datering van de foto's had het boek
overigens aan historische waarde kunnen
winnen.
Uit het methoden hoofdstuk wordt duidelijk
dat bij de broedvogeltellingen het
basismateriaal heterogeen is, maar het is
niet goed te achterhalen welk materiaal
bij welke soort is gebruikt voor het beschrijven
van de trends. Het lijkt erop dat
er wel een selectie is gemaakt, want in de
tekst worden de jaren tachtig als mager
geboekt, terwijl volgens de kaartjes in die
jaren het gebied het meest dekkend werd
onderzocht.
Veruit het grootste deel van het boek
bestaat uit soortteksten, waarbij een vast
stramien wordt gevolgd van algemene informatie
over de soort (uit de literatuur),
verspreiding en voorkomen in het onderzoeksgebied
en de ontwikkelingen daarin.
In veel gevallen worden de teksten begeleid
door één of meerdere kaartjes van
de broedvogelverspreiding, de winterverspreiding
op de telpunten en een kaart
met losse waarnemingen. Verder zijn er
grafieken met waarnemingen per maand
en trends in het onderzoeksgebied (vergeleken
met Veluwse en landelijke
trends). Soms is een tabel met dichtheden
per bodem- of landschapstype aanwezig
of geven één of meer puntdiagrammen
correlaties tussen aantalsverloop en een
variabele zoals bijvoorbeeld temperatuursom
of aantal vogels in de voorgaande
winter.
Het is duidelijk dat toen de tellingen
begonnen er nauwelijks een duidelijke
vraagstelling was. Hoewel niet allemaal
uitgeplozen heb ik geen soorttekst kunnen
betrappen op het bevatten van gebiedseigen
aanvullingen omtrent de biologie
van de soort. In sommige gevallen
wordt een correlatie met beukenmast of
veldmuisconjunctuur gegeven, maar onduidelijk
is of deze informatie in het gebied
zelf is verzameld. Het correleren van
aantalsveranderingen van jaar op jaar en
weersvariabelen had de teksten meer
diepgang moeten verschaffen, maar correlaties
met temperatuursom in mei
(Vink, positief ) en neerslagsom in april
(Vuurgoudhaan, positief ) wekken de indruk
dat zo'n beetje 'alles' is geprobeerd
en dan treedt vroeg of laat een verband
op. Het verklaren van dergelijke verbanden
is een hachelijke zaak.
We moeten echter wel bedenken dat
de tellingen die aan dit boek ten grondslag
liggen zijn geïnitieerd aan het eind
van de jaren zeventig. Destijds waren verspreiding,
dichtheden, trends en trek nog
een vrijwel braakliggend gebied, dat door
de toenmalige tellersmet groot enthousiasme
te lijf is gegaan. Het is dan ook goed
dat het verzamelde materiaal in de vorm
van dit boek aan de vergetelheid is ontrukt.
Recensie van Willem van Manen
[gratis pdf] [english summary]
|