(2013) Recensie: Jacob JP, ... (et al), 2010 Atlas des oiseaux nicheurs de Wallonie 2001-2007. LIMOSA 86 (2): 103-104.
Atlas des oiseaux nicheurs de Wallonie 2001-2007
Jacob, J.-P., C. Dehem, A. Burnel, J.-L.
Dambiermont, M. Fasol, T. Kinet, D. van
der Elst & J.-Y. Paquet 2010.
Aves-Natagora & Département de l'Etude
du milieu Naturel et Agricole, Serie
Faune-Flore-Habitats n° 5.
ISBN: 978-280560027-2.
Harde kaft, 524 pp. Prijs € 39,90.
Met het verschijnen van deze nieuwe
broedvogelatlas voor Wallonië is er nu
voor het eerst sinds de laatste nationale
atlas in 1989 (met gegevens over
1973 -1977) weer een mooi overzicht van
de recente verspreiding van broedvogels
in België. Na de Vlaamse (2004) en
de Brusselse atlas (2007) was het even
wachten op dit veelbelovende werk,
dat echter in kwaliteit niet onderdoet
voor beide andere; integendeel.
De indeling is vrij klassiek, maar bij
dit type publicatie kan het ook niet veel
anders. In een eerste hoofdstuk komt
de geogra_ e van dit zuidelijke landsdeel
uitvoerig aan bod, geïllustreerd
met duidelijke landschapsfoto's en verschillende
kaarten. Een belangrijk deel
wordt gewijd aan de methodologie van
het atlaswerk, die zeer overzichtelijk en
in detail wordt gepresenteerd. In tegenstelling
tot Vlaanderen (5x5 km UTM) en
Brussel (ongeveer 1x1 km) werd hier gekozen
voor basisinventarisatiehokken
van 8x5 km, gebruik makende van een
bestaande indeling van stafkaarten van
het Nationaal Geografisch Instituut, die
ook bij de vorige nationale atlas in voege
was. Hierdoor werd een vergelijking
met vroeger mogelijk, maar het bemoeilijkt
wel enigszins een vergelijking
op nationaal niveau. Per basishok werd
zowel een soortenlijst als een schatting
van het aantal broedparen gevraagd.
Hierdoor kon van iedere soort naast de
verspreiding ook een populatieschatting
verkregen worden. In Vlaanderen
gebeurde dit laatste niet voor de algemene
soorten waardoor we jammer
genoeg voor deze groep geen recente
nationale cijfers hebben. In elk hok werden
acht steekproefhokken vastgelegd
waarin alle waarnemingen werden genoteerd
tijdens 2 perioden van 1 uur.
Deze metingen vormen de basis voor
relatieve dichtheidskaarten .
Het veldwerk duurde van 2001 tot
en met 2007, wat wel vrij lang is in
vergelijking met de te inventariseren
oppervlakte van 16 844 km_ (ongeveer
de helft van Nederland). Het viel
echter niet mee om in deze toch minder
dicht bewoonde regio voldoende
medewerkers te vinden om de soms
moeilijk te inventariseren terreinen
(grote bosgebieden, reliëf ) in detail te
onderzoeken.
In de volgende twee hoofdstukken
worden de algemene resultaten en
de nieuwe Rode Lijst van de Waalse
broedvogels gepresenteerd. In totaal
werden 160 inheemse broedvogels
en 15 exoten gemeld. De gemiddelde
soortenrijkdom per8x5 km hok
bedraagt 81 soorten, waarbij zeven
hokken meer dan 100 soorten herbergen.
De hokken in de Fagne-Famenne
en Lotharingen scoren het hoogst.
Als geografische streek herbergt de
Leemstreek de meeste soorten (142);
hier is ook de variatie aan habitats het
grootst. Sinds1973 -1977 is de Waalse
avifauna 19 soorten rijker geworden.
Geoorde Fuut, Aalscholver, Krakeend
en Orpheusspotvogel zijn nieuw en
hebben ondertussen populaties opgebouwd.
Andere zijn terug van weggeweest
(Grauwe Kiekendief, Slechtvalk,
Oehoe en Raaf), terwijl een achttal
nieuwelingen slechts sporadisch voorkomen.
Kuifleeuwerik en Tapuit vielen
weg, terwijl Korhoen en Watersnip
op het punt staan te verdwijnen. Een
kwart van de soorten is algemeen of
zeer algemeen, de talrijkste zijn Vink,
Merel, Huismus, Winterkoning, Koolmees,
Zwartkop, Roodborst, Tjiftjaf,
Houtduif, Spreeuw en Pimpelmees.
Een 62% van de soorten is in aantal
toegenomen,35% nam af en een 3% bleef stabiel. Roofvogels en watervogels
namen meer toe dan zangvogels.
Binnen deze groep gaan vooral soorten
voorruit die standvogel of deel trekker
zijn, en beperkte eisen stellen qua habitat.
Ook zijn er dikwijls grote regionale
verschillen tussen de trends voor
eenzelfde soort. De Rode Lijst werd opgesteld
volgens de aanbevelingen van
het IUCN en vergeleken met de toestand
van 30 jaar geleden. In totaal worden 43
soorten (29%) als bedreigd beschouwd.
De hoofdmoot van het boek bestaat
uit de (Franstalige) besprekingen van
alle broedvogelsoorten uit de inventarisatieperiode.
Voor elke soort wordt
over twee pagina's in de tekst informatie
verstrekt over verspreiding, habitat,
aantall en en trends, aangevuld door
drie kaarten: een verspreidingskaart
met per hok kwantitatieve gegevens
in negen klassen en een totale aantalsschatting,
een dichtheidskaart
(absoluut gebaseerd op werkelijke
aantallen, of relatief, aan de hand van
de steekproefhokken) en een veranderingskaart.
Om deze laatste te kunnen
interpreteren moet je er wel even de
leeswijzer op nakijken. Voor elke soort
is er ook een korte Engelse samenvatting.
Het boek wordt afgerond met uitgebreide
samenvattingen in het Duits,
Nederlands en Engels, een indrukwekkende
literatuurlijst, enkele bijlagen
met samenvatting van de resultaten en
een gedetailleerde index.
Zelfs voor de niet Franstalige vogelaar
is deze atlas nieuwe stijl zeker
een interessante aanwinst. Tenslotte
grenst Wallonië aan Nederland en is
het altijd interessant te weten hoe het bij de buren gaat. De samenvattingen,
de duidelijke tabellen, kaartjes en _ buren
helpen, samen met wat woordjes
opzoeken via Google, iedere geïnteresseerde
lezer al een heel eind op weg.
Recensie van Anny Anselin
[gratis pdf] [english summary]
|