(2012) Recensie: Zekhuis M, ... (et al), 2012 Fauna van Rottum. LIMOSA 85 (4): 192-192.
Fauna van Rottum
M. Zekhuis & N. de Vries H. 2012. Profiel
Uitgeverij, Bedum. ISBN 9-789052-
945347. Harde kaft, 207. Prijs € 19,95
Mark Zekhuis en Nico de Vries behoren
tot een vrij exclusieve 'club'. Zij komen
al jaren met enige regelmaat op de Rottumeroog
en Rottumerplaat. Deze strikt
beschermde eilandjes in de oostelijke
Waddenzee worden doorgaans namelijk
alleen bewoond door dieren en planten.
De beide (drie, wanneer we Zuiderduin
meerekenen; een 'nieuw' eilandje dat geleidelijk
aan tegen Oog aangroeit) eilanden
zijn ontoegankelijk, behalve tijdens
excursies die beheerder Staatsbosbeheer
af en toe organiseert. In het broedseizoen
zijn er vogelwachters aanwezig die er op
toezien dat niemand er voet aan wal zet,
verstoringen in kaart brengen en bovendien
de eigenlijke bevolking monitoren.
Dit boek stoelt dus voor een belangrijk
deel op de jaarlijks verslagen van deze
vogelwachters, op een aantrekkelijke manier
gepresenteerd door de auteurs. Deze
laatsten (aangevuld met een lucky few
aan vogelaars) bezoeken Rottum vooral
in het winterhalfjaar, voor (wad)vogeltellingen.
Het benoemd dan ook niet alleen
de vogels die er zijn vastgesteld, en waar
deze bespreking zich met name op zal
richten, maar ook de overige fauna; van
de Zeedruif, via 213 soorten kevers, 211
soort nachtvlinders tot en met de (zee)
zoogdieren. Voor het zover is worden de
eilanden (en hun bezoekers) in een aantal
inleidende hoofdstukken beschreven,
met daarbij veel aandacht aan het
voortdurende veranderende karakter van
de eilandjes onder invloed van water en
wind in een dynamische omgeving. Ook
het beheer komt hier in bod, dat in de
loop der jaren varieerde van proberen
Rottumeroog en –plaat vast te leggen
tot het huidige beleid van het 'loslaten'
van de eilandjes. Dit wordt gevolgd door
een hoofdstuk waarin het (internationale)
belang van Rottum voor wad- en watervogels
uit de doeken wordt gedaan. Van
een aantal soorten wordt regelmatig de
1%-norm (als percentage van de Atlantische
flyway-populatie) gehaald, waarbij
Rottumerplaat vooral belangrijk is voor
de Kanoet, Zilverplevier en Bonte Strandloper
met maxima (tijdens simultaantellingen
in de seizoenen 2006-2010) van
resp. 39 000 vogels (8,6% van de flywaypopulatie),
12 058 (4.8%) en 52 000 (3.9%).
Beide laatste soorten hebben trouwens
iets aan belang ingeboet in vergelijking
met de periode 2001-2006. Rottumeroog
en Zuiderduin zijn erg belangrijk voor
Bonte Strandlopers, waarvan er gedurende
2006-2010 maximaal 99.000 zijn
geteld (7,4%) met ook weer Kanoet en
Zilverplevier in significante aantallen. Dit
hoofdstuk is ook daarom zo belangrijk
omdat het van een aantal wad- en watervogels
aantallen geeft. Dat is namelijk iets
wat in het overgrote deel van het boek,
dat in beslag wordt genomen door de vogel-
soortteksten, vrijwel ontbreekt. Want
worden van de broedvogels de aantallen
door de jaren heen (in sommige gevallen
vanaf de jaren '60) gepresenteerd, de vele
doortrekkers en wintergasten moeten
dat helaas ontberen (mits zeldzaam of
schaars, in dat geval worden vaak exacte
aantallen 'gevallen' gegeven). En dat terwijl
deze aantallen hoogstwaarschijnlijk
wel voorhanden zijn. Ook seizoenspatronen
hadden toch wel gedestilleerd
kunnen worden uit de lange reeksen
van tellingen. Desalniettemin wordt van
alle 284 soorten (en drie ondersoorten) die op Rottum zijn vastgesteld de status
beschreven in frequentieklassen van
voorkomen, en dat voor het eerst op
een zo volledig mogelijke manier. Behalve
de grote aantallen watervogels
staan de eilandjes ook bekend om hun
aantrekkingskracht op trekvogels. De geïsoleerde
ligging maakt dat er een grote
verscheidenheid aan zangvogels is waargenomen
in voor- en najaar, ondanks het
gebrek aan bomen of struiken van enige
omvang. Hieronder zijn voorbeelden van
zeer zeldzame dwaalgasten als Grijze
Gors (1e voor Nederland), Roodoogvireo
(2e), Bruinkeelortolaan (3e) en Witkeelgors
(5e). De afsluitende hoofdstukken bespreken
o.a. de biodiversiteit van Rottum,
waaronder tabellen met het aantal soorten
per soortgroep (vergeleken met de
overige Waddeneilanden) en broedende
Rode Lijst-soorten (16) en de gebruikte
literatuur. Een interessante bijlage geeft
tenslotte nog een beknopte geschiedenis
van de eilanden.
Zoals gezegd wordt dit geheel op zeer
aantrekkelijke wijze weergegeven, met
vaak prachtige foto's van de (avi)fauna en
landschappen. Bovendien is het duidelijk
met veel passie voor Rottum geschreven
(zie bijvoorbeeld het hoofdstuk 'Je kop
leegmaken op Rottum'). Kortom, een leuke
aanwinst in de Waddenliteratuur!
Recensie van Gert Ottens
only in dutch
Review of Gert Ottens
[gratis pdf] [english summary]
|