JUKEMA J, JUKEMA P & WERF P VAN DER (2012) Winterkoning voert nestjong van Koolmees. LIMOSA 85 (4): 182-184.
In verband met de landelijke actie 'NL Doet' van het Oranje
Fonds werd in het voorjaar van 2012 door de kinderen van
Oosterbierum Fr een groot aantal nestkastjes getimmerd.
Vijftien hiervan werden opgehangen op het erf van onze
boerderij. Op 4 juni werd gezien dat bij één van de kastjes,
waarbij een paartje Koolmezen Parus major af- en aanvloog
met voer voor hun jongen, ook een Winterkoning Troglodytes
troglodytes voor de vliegopening verscheen en naar binnen
verdween. Dit was geen eenmalig gebeuren, want de
dagen erna bleef de Winterkoning de koolmeesouders helpen
met het voeren van de jonge Koolmezen. Ook nam de
Winterkoning geregeld hun in een witte cocon verpakte uitwerpselen
mee retour naar buiten. Eén keer liet de Winterkoning
bij het verlaten van het nestkastje kort zijn zang horen.
Daarmee lijkt het te gaan om een mannetje, maar helemaal
zeker is dit niet, want ook vrouwtjes zingen soms (Glutz von
Blotzheim 1993).
Nieuwsgierig naar hoe de extra hulp van de Winterkoning
zich verhield tot die van de rechtmatige ouders werd op 5
en 7 juni in totaal 2.5 uur gepost en de voederfrequentie van
de Koolmezen en de Winterkoning bijgehouden. Omdat het
geslacht van de Koolmezen niet bij elke voedering kon worden
vastgesteld, zijn de voederingen van het mannetje en
vrouwtje Koolmees samengenomen. Samen voerden zij gemiddeld
32 maal per uur voer aan; in dezelfde periode deed
de Winterkoning dat 13 keer per uur (tabel 1).
Winterkoningmannetjes zijn polygaam. Alleen de vrouwtjes
broeden en het mannetje helpt normaliter niet mee met
het voeren van de jongen (Cramp 1988, Glutz von Blotzheim
1993). Voederfrequenties kunnen sterk variëren en worden
onder meer bepaald door het aantal nestjongen, hun leeftijd
en de aard van het voedsel. Glutz von Blotzheim (1993)
vermeldt voor een opgroeiend broedsel een gemiddelde
frequentie van acht voederingen per uur op de dag van het
uitkomen van het eerste jong. Bij het groter worden van de
jongen neemt dit toe tot gemiddeld 25 voederingen per uur
op dag 15. Het gemiddelde over de hele nestperiode was 17
voederingen per uur. Cramp (1988) geeft een gemiddelde
van 19.3 voederingen per uur over de gehele nestperiode.
De voederfrequenties van onze Winterkoning komen hier
mee overeen. Bij Koolmezen kan in tijden dat de voedselbehoefte
van het broedsel het hoogst is het aantal voedselvluchten
van mannetje en vrouwtje elk oplopen tot 400 per
dag. Bij een werkdag van 15-16 uur komt dat neer op ruim 50
vluchten per uur voor mannetje en vrouwtje samen (Perrins
1979). Ons koolmezenpaar komt met gemiddeld 43 voederingen
per uur hiermee in de buurt. De voedselbehoefte van
de jongen in de laatste fase van hun ontwikkeling op 5 en 7
juni moet groot zijn geweest. Op 10 juni bleken de jongen
al te zijn uitgevlogen, waarbij twee dode jongen in het nest
waren achtergebleven..............
[pdf alleen voor leden] [english summary]
|