(2012) Recensie: Erritzøe J, ... (et al.), 2012. Cuckoos of the World. LIMOSA 85 (3): 143-144.
Cuckoos of the World
J. Erritzøe, C.F. Mann, F. Brammer &
R.A. Fuller 2012. C. Helm, Londen. ISBN
9780713660340, 480 pp, prijs € 69,-.
Dit boek, uit de inmiddels bekend
veronderstelde serie monografieën
van uitgeverij C. Helm/A & C Black,
beschrijft een zeer diverse groep vogels.
De 144 soorten die samen de
orde Cuculiformes (en tegelijkertijd
de familie Cuculidae) vormen hebben
namelijk een bijzonder grote variatie
ontwikkeld, wat ook tot uitdrukking
komt in de 38 onderscheiden genera.
Koekoeken kennen een wereldwijde
verspreiding (Antartica uitgezonderd),
waardoor behalve de ons bekende
Palearctische koekoeken onder meer
ook koels, ani's, coucals en malkoha's
worden behandeld. Onbekend is vooralsnog
trouwens de directe verwantschap
van de Cuculiformes met andere
vogelgroepen, waardoor de plek die
de koekoeken in de systematiek innemen
nog onduidelijk is. Ondanks
de grote verscheidenheid aan soorten
en geslachten zijn er een aantal morfologische
kenmerken die vrijwel alle
koekoeken gemeen hebben, zoals het
slanke uiterlijk met een lange staart
en het feit dat de eerste en vierde teen
naar achteren wijzen. Broedparasitisme
behoort, in tegenstelling tot wat sommigen
misschien denken, niet tot de
gemeenschappelijk eigenschappen.
Het boek begint met een aantal, relatief
korte, inleidende hoofdstukken over
systematiek, morfologie, rui (weinig over
bekend, en veel variatie), geluid, gedrag
en voedsel, habitat, trekbewegingen en
de broedbiologie. Dat laatstgenoemde
hoofdstuk krijgt logischerwijs relatief
veel ruimte, omdat koekoeken een van
de weinige vogelfamilies vormen waarin
alle bekende broedsystemen voorkomen.
Het bebroeden van de eigen eieren (in
een monogame, polyandrische of polygyne
situatie) komt veel voor, naast communal
breeding en broedparasitisme.
Het is natuurlijk dat laatste waar de koekoeken
bekend om staan. Hier is al veel
over geschreven dus dit hoofdstuk biedt
een samenvatting van bestaande kennis
over dit bijzondere fenomeen. Het is zeer
interessant om te lezen over de voortdurende
wapenwedloop tussen broedparasieten
en hun waardvogels, waarbij
sommige koekoeken zelfs 'maffiagedrag'
niet schuwen. Dat laatste wil zeggen dat
een broedparasiet zijn waardvogel straft
als deze laatste de eieren van de koekoek
niet accepteert, bijvoorbeeld door dan
ook zijn eigen eieren te verwijderen. Overigens
zijn er ook soorten koekoeken die
af en toe de eieren in het nest van een
andere soort leggen, maar daarnaast ook
vaak zelf een nest bouwen en 'normaal'
broeden.
Na een uitleg over de opzet van de
soortteksten en verspreidingskaarten en
een verklarende woordenlijst en afkortingenlijst
zijn we bij de hoofdmoot van
het boek, de soortteksten, aangekomen.
Deze worden echter nog voorafgegaan
door 36 kleurplaten van hoge kwaliteit,
waarop alle soorten en hun (herkenbare)
ondersoorten, geslachten, leeftijden en
kleurfasen zijn afgebeeld door vier bekende
illustratoren. De eigenlijke soortteksten
variëren in lengte van één (bij een
uitgestorven gewaande soort) tot zeven
pagina's (voor 'onze' Koekoek), en kennen
de opbouw die we gewend zijn van deze
uitgeverij. Dat wil zeggen dat de nadruk
enigszins ligt op de herkenning en de variatie
in kleden van verschillende (onder)
soorten. Toch wordt ook aan de verspreiding,
gedrag, habitat en de broedbiologie veel aandacht besteed; zo worden van de
broedparasieten alle bekende waardvogels
genoemd, onder verwijzing naar relevante
literatuur. Ook (trek)bewegingen
komen uitgebreid aan bod. De meeste
soorten zijn overigens vooral standvogel,
maar sommige zijn langeafstandstrekker,
al dan niet reagerend op neerslag (die in
dergelijke gevallen de aanzet tot broeden
is), waaraan een aantal soorten bijnamen
als 'rainbird' of 'storm bird' te danken heeft.
Bijzonder trekgedrag vinden we onder
meer bij Jacobijnkoekoeken uit India
die de Indische Oceaan oversteken om
te overwinteren in tropisch Afrika, en bij
de Kuifkoekoek die een trekkende populatie
heeft op het Noordelijk Halfrond,
een standpopulatie rond de evenaar en
nog een trekkende populatie in zuidelijk
Afrika. Na het voedsel worden nog status
(aantallen, waar bekend) en de bescherming
van de soorten genoemd. Wat dat
laatste betreft moeten twee soorten als (in
historische tijden) uitgestorven worden
beschouwd, terwijl momenteel negen
van de 144 soorten wereldwijd bedreigd
zijn volgens BirdLife International. Aan de
andere kant zouden broedparasieten ook
hun waardvogels in de problemen kunnen
brengen. Zo wordt wel gesteld dat de
Gehelmde Honingeter in Australië dreigt
uit te sterven door toedoen van de Vale
Koekoek, maar waarschijnlijk heeft de
waardvogelpopulatie in dit geval al door
andere oorzaken zo'n laag punt bereikt
dat een verlaging van het broedsucces
door de koekoek nu problematisch is geworden.
Want bewijs dat koekoeken hun
waardvogels werkelijk bedreigen is nog
nooit geleverd. De soortteksten worden
afgesloten met een aantal (in totaal 600),
meest uitstekende, foto's per soort. Deze
verduidelijken nogmaals de variatie binnen
de soorten (geslachten, kleurfasen
en ondersoorten), al zijn ze hierin minder
compleet dan de kleurplaten.
Dit boek is weer een uitstekend voorbeeld
van de kwaliteit van de gestaag
groeiende reeks monografieën van
C. Helm. Over broedparasitisme is al veel
geschreven, dus daar voegt deze titel
niet veel aan toe, maar voor (bereisde)
vogelaars die meer willen weten over de verscheidenheid aan koekoeken en voor
diegenen met een speciale interesse in
deze soortgroep heeft het veel te bieden.
Recensie van Gert Ottens
[gratis pdf] [english summary]
|