BREMER P (2012) Nitrofytische korstmossen als indicatie voor dakgebruik door vogels. LIMOSA 85 (1): 22-28.
Wie de moeite neemt om met betonnen dakpannen bedekte daken te bekijken zal hier meestal
korstmossen zien groeien; grote, grijze, ronde
plakkaten (thalli) van de Muurschotelkorst, gele
plakkaten Steenkorstmos of Oranje Dooiermos
langs de nok. Daken worden door vogels gebruikt
als rustplek, uitkijkpost, zangpost, om onder dakpannen
of in de schoorsteen te broeden, of om te
foerageren. Dit artikel gaat in op de vraag of er een
relatie is tussen de begroeiing van korstmossen en
het gebruik van daken door vogels, en of de korstmosbegroeiing
een aanwijzing kan zijn voor de
aanwezigheid van de Spreeuw als broedvogel
Korstmossen staan bekend om hun hoge indicatiewaarde
voor verschillende vormen van luchtvervuiling. Barkman
(1958) toonde aan dat de op bomen groeiende korstmossen
gevoelig zijn voor zwaveldioxide (SO2). Met de sterke daling
van de SO2 uitstoot na 1980 hebben diverse voor SO2
gevoelige soorten hier positief op gereageerd (o.a. van Dobben
1993, van Herk & Aptroot 1998). Ammoniakververvuiling
bleek begin jaren tachtig voor het eerst uit de sterke toename
van op ammoniak reagerende korstmossen op bomen
langs wegen in de provincie Utrecht (van der Knaap 1984)
en later in heel Nederland (van Herk 1999). Ammoniak heeft
een pH-verhogend (basisch) effect op de zure schors van
boomsoorten. Zestien soorten korstmossen vertonen een
sterke toename als de ammoniakdepositie toeneemt (van
Herk 1999). Deze worden nitrofytische soorten of nitrofyten
genoemd. In de hier beschreven studie heb ik onderzocht of
de begroeiing van dakpannen met korstmossen het resultaat
is van ontlasting van vogels.
Het is denkbaar dat delen van daken die vaker door vogels
worden bezocht sterker met korstmossen begroeid 23
raken, omdat de ammoniak in vogelpoep voor een door nitrofytische
kortsmossen geprefereerde basische omgeving
zorgt. Dit blijkt dan vooral door het grote aandeel van het
geel gekleurde Steenkorstmos Xanthoria parietina, dat van
nature voorkomt op basische gesteenten, waaronder ook
beton (met pH > 9). Als studiegebied is gekozen voor een
stadswijk in Zwolle (Ov) met betonnen dakpannen. Op geglazuurde
dakpannen ontbreken nitrofytische korstmossen,
en op daken met gebakken dakpannen zijn deze soorten
veel minder aanwezig, zoals bleek uit een vergelijking van
diverse Zwolse wijken.
De Spreeuw Sturnus vulgaris is de enige broedvogel van
dakranden in de onderzochte wijk. Tijdens het broedseizoen
zijn ze hier vaak te zien en het lijkt aannemelijk dat ze bijdragen
aan de 'vermesting' en daarmee de begroeiing van
dakpannen met nitrofytisch korstmossen. Ten tweede is getoetst
of een groter oppervlak van het aangrenzende dak
bedekt raakt met nitrofytische korstmossen naarmate een
Spreeuw langer op deze plek onder een dakrand nestelt.
[pdf alleen voor leden] [english summary]
|