KLEEFSTRA R, H HORN, M LEOPOLD & O OVERDIJK (2009) Kleine Zilverreigers in de Waddenzee. Van mediterrane verschijning naar Nederlandse wadvogel.. LIMOSA 82 (3): 158-170.
De Kleine Zilverreiger zal menigeen niet direct associëren
met kwelders, stranden en slikken. Toch maakt de
soort een stormachtige ontwikkeling door als bewoner
van West-Europese kustgebieden. Net als in Frankrijk
en Groot-Brittannië namen de aantallen in de Neder -
landse Waddenzee in de jaren negentig vooral in de nazomer
toe. In 1999 volgde de definitieve vestiging als
broedvogel. Sindsdien werden niet alleen de aantallen
bijgehouden, ook werd gekeken naar reproductie, werden
nestjongen geringd en op beperkte schaal voedselmonsters
verzameld. Tien jaar na de vestiging als
broedvogel is het tijd voor een eerste overzicht van het
wel en wee van de Kleine Zilverreiger in diens noordelijkste
broedgebied in Europa.
De Kleine Zilverreiger Egretta garzetta komt als broedvogel
verspreid voor in Europa en Azië. Als overwinteraar bestrijkt
de soort een nog groter deel van de wereld, waaronder de
Afrikaanse en Australische continenten (Kushlan & Hancock
2005). In de 19e en het begin van de 20e eeuw was dat veel
minder het geval. Toen stonden broedpopulaties onder druk
door vervolging ten behoeve van handel in veren. De beschermde
status die de soort sinds het begin van de vorige
eeuw in veel landen geniet droeg ertoe bij dat populaties
zich konden herstellen, resulterend in expansie van het
broedareaal in West-Europa (Kushlan & Hafner 2000). De totale
Europese populatie wordt momenteel geschat op
68 000-94 000 broedparen (BirdLife International 2004), met
de grootste concentraties in Italië (15 000-16 000), Frankrijk
(11 000-13 000) en Spanje (10 000-20 000). Noordwaartse
uitbreiding van het broedareaal resulteerde in nieuwe vestigingen
in Noord-Frankrijk in de jaren tachtig, gevolgd door
Duitsland (1992), België (1995), Groot-Brittannië (1996) en Ierland (1997). Hoewel in Nederland een eerste en succesvolle
nestelpoging al in 1979 werd vastgesteld in de Oost -
vaardersplassen (Fl.; Voslamber 1992), moet 1994 worden
beschouwd als het jaar van de definitieve vestiging, aansluitend
op de ontwikkelingen in de buurlanden. Toen werd
succesvol gebroed in het Quackjesgors (Z-H). Sinds dien
broedt de Kleine Zilverreiger jaarlijks in Nederland, en in
2007 bedroeg de broedpopulatie al 135-150 paren (van Dijk
et al. 2009). Een nieuwe ontwikkeling, die volgens Horn
(2002) goed dient te worden gedocumenteerd door het
vastleggen van het aantal broedparen, de broedlocaties, het
broedsucces en kleurringonderzoek. Dit artikel is daarvan
een eerste pennenvrucht, waarin de Kleine Zilverreiger als
broed- en niet-broedvogel in het Neder landse Wadden -
gebied centraal staat.
[pdf alleen voor leden] [english summary]
|