Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

RENEERKENS J, K GROND, E KOOMSOM, Y NTIAMOA-BAIDU & T PIERSMA (2009) Waarom overwinteren sommige Drieteenstrandlopers in de Waddenzee terwijl andere tropische stranden verkiezen?. LIMOSA 82 (3): 141-148.

Langs de waterlijn dribbelende Drieteenstrandlopers zijn een vertrouwd beeld op de Nederlandse winterstranden. Toch komen de meeste drietenen juist voor langs de kusten van tropisch Afrika. Het is er lekker warm en het voedselaanbod is er waarschijnlijk voorspelbaar. In dit artikel wordt een vergelijking gemaakt van het voedselaanbod en de tijdsbesteding van Drie - teenstrandlopers op Waddenzee-eiland Vlieland en op een strand dicht bij de evenaar, in Ghana. Is het echt zo goed toeven op een tropisch strand of kleven er ook nadelen aan?

Drieteenstrandlopers Calidris alba zijn hoogarctische broedvogels die buiten het broedseizoen nagenoeg alle kusten van de wereld bevolken. De Drieteenstrandlopers die op de Nederlandse stranden en in het waddengebied overwinteren, behoren tot de nominaatvorm C.a. alba en broeden in Groenland (o.a. Gudmundsson & Lindström 1992, Engel - moer & Roselaar 1998, Lyngs 2003) en het uiterste noordoosten van Canada (Reneerkens et al. 2008). Ook overwintert een groot deel van de broedpopulatie Drieteen strandlopers langs de Afrikaanse kusten tot in Zuid-Afrika (Gudmundsson & Lindström 1992, Engelmoer & Roselaar 1998). Hoewel er lange tijd is gedacht dat de in Siberië broedende Drieteen - strandlopers gemengd met de Groenlanders in West-Europa overwinteren, is er nog geen overtuigend bewijs geleverd dat dit op grote schaal plaatsvindt (Lang ston 2002, Reneerkens et al. 2009). In het waddengebied komen de grootste aantallen drieteentjes voor tijdens de voorjaarstrek (mei en eerste week juni) en najaarstrek (juli-september) (van Turnhout & van Roomen 2008). In die perioden verblijven zowel lokale overwinteraars als vogels die op stranden elders in Europa of in Afrika overwinteren in het waddengebied (Meltofte et al. 2003, van Turnhout & van Roomen 2008, Reneerkens et al. in druk).
      Vermoedelijk overwinteren er meer Drieteenstrandlopers langs de Afrikaanse westkust dan in Europa. Van Marokko tot Zuid-Afrika overwinteren naar schatting 77 800 drietenen (Summers et al. 1987, Underhill et al. 1999, Stroud et al. 2004). Dat is 62% van de 123 000 drietenen die in Europa en de westkust van Afrika overwinteren. Dat lijkt misschien niet verwonderlijk. De winters op de stranden van de waddeneilanden zijn immers koud en harde wind kan ertoe leiden dat voedsel (o.a. wormen en schelpdieren) soms dagenlang niet bereikbaar is vanwege hoge zeewaterstanden. Drieteen - strandlopers moeten dan uitwijken naar andere, meestal onbekende locaties. Om zichzelf tegen die onvoorspelbaarheid te wapenen leggen vogels 's winters vaak een extra vetvoorraad aan, voor tijden van plotselinge voedselschaarste (Lima 1986). Drieteenstrandlopers die in gematigde streken overwinteren zijn vergeleken met tropische overwinteraars gemiddeld 6 gram zwaarder (Reneerkens et al. in druk).
      Weersomstandigheden hebben een aanzienlijke invloed op de hoeveelheid energie die steltlopers besteden aan het op peil houden van hun lichaamstemperatuur (Wiersma & Piersma 1994, Kelly et al. 2002). Amerikaanse onderzoekers hebben de hoeveelheid energie die overwinterende Drie - teen strandlopers dagelijks uitgeven gemeten op vier breedtegraden in verschillende klimaatzones. Niet geheel onverwacht ontdekten ze dat de dagelijkse energie-uitgaven hoger waren in koudere gebieden en dat de omgevingstemperatuur maar liefst 70% van de variatie in energie-uitgaven verklaart (Castro et al. 1992). Het lokale klimaat zal dus in belangrijke mate bepalen in hoeverre een strand geschikt is om er te overwinteren. Maar waarom kiezen dan niet alle Drieteenstrandlopers voor een warm winterverblijf op een tropisch strand? Uiteraard speelt niet alleen de omgevingstemperatuur een rol. Ook de afstand tot de broedgebieden en daarmee dus de afstand van de trekvluchten die tweemaal per jaar moeten worden voltooid, de hoeveelheid beschikbaar voedsel, de kans om gepakt te worden door roofdieren, de mate van verstoring en de kans om ziek te worden (Piersma 2006) kunnen bepalen of en voor hoeveel Drie - teen strandlopers het gunstig is om op een bepaalde lokatie te overwinteren. Deze aspecten zullen de overlevingskansen en mogelijk zelfs het broedsucces van de vogels beïnvloeden en inzicht hierin is dus van belang voor de bescherming van de kwetsbare kustgebieden (Reneerkens et al. 2005, Piersma 2007). In dit artikel beschrijven we de tijdsbesteding van en voedselbeschikbaarheid voor Drieteenstrandlopers op het strand van Vlieland en dat van Esiama in Ghana. Dat plaatsen we in de context van ons lopende onderzoek aan Drieteenstrandlopers tussen Groenland en Ghana.

[pdf alleen voor leden] [english summary]



limosa 82.3 2009
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster