CASTELIJNS H & W CASTELIJNS (2008) Het overwinteren van de Bruine Kiekendief in Zeeland.. LIMOSA 81 (2): 41-49.
Vogelaars in Nederland zien steeds vaker Bruine
Kiekendieven in de winter. Dit is opmerkelijk voor een
soort die te boek staat als een lange afstandstrekker, en
die normaal ten zuiden van de Sahara overwintert. In
deze bijdrage wordt de toename van het aantal overwinterende
Bruine Kiekendieven in de provincie
Zeeland onder de loupe genomen. Is die een gevolg van
klimaatverandering of weerspiegelt hij gewoon de toename
van de lokale broedpopulatie?
De nominaatvormvan de Bruine Kiekendief Circus aeruginosus
is inhet laaglandvanEuropa enAzië eenwijdverspreidebroedvogel.
Vooral inNoordwest- enOost-Europa neemt de soort toe
(Hagemeijer & Blair 1997, Gensbøl 2005). Tot de eeuwwisseling
was ook in Nederland sprake van toename, maar de laatste jaren
neemt het aantal af. Ging het in 1998-2000 in Nederland
nogom1300-1450broedparen, in2002-2005wasdit aantalgedaald
tot 1000-1250 (Castelijns 2002, Bijlsma 2006). De in
Noordwest-Europa broedende Bruine Kiekendieven overwinteren
vooral inWest-Afrika. Ze trekken uitNederlandweg vanaf
augustus. De laatste vogels verdwijnen begin november. De
volwassen mannetjes trekken het eerst weg, gevolgd door de
volwassen vrouwtjes en de jongen (Cramp & Simmons 1980,
Gensbøl 2005, eigenwaarnemingen).
Hoewel de soort altijd al in Europa heeft overwinterd, is
het aantal overwinteraars in Zuid- enWest-Europa de laatste
decennia toegenomen (Bavoux et al. 1997, Costa et al. 1993,
Rosa et al. 2001, Oliver 2005). In dit artikelwordt de toename,
de populatieopbouw (leeftijd en geslacht) en het habitatgebruik beschreven van in de provincie Zeeland overwinterende
Bruine Kiekendieven. Deze winterpopulatie is de meest
noordelijke in Europa. Het merendeel van de Bruine
Kiekendieven in Zeeland houdt zich traditioneel op in het
Verdronken Land van Saeftinghe, een brakwater slikken- en
schorrengebied in het zuidoosten van de provincie.
[pdf alleen voor leden] [english summary]
|