WETERING H VAN DE & JUKEMA J (2008) Leven leeftijdsgroepen van de Gierzwaluw in de broedperiode ruimtelijk gescheiden?. LIMOSA 81 (1): 11-16.
In veel opzichten is de Gierzwaluw een ongrijpbare en
onbegrijpelijke soort. Hij is moeilijk inventariseerbaar
en het is zeer lastig om inzicht te krijgen in zijn levenspatronen.
Datmotiveerde de auteurs omeenmeerjarig
ringonderzoek te doen naar deze soort in twee Friese
dorpen. Doel van het ringwerkwas ominzicht te krijgen
in de populatiesamenstelling van Gierzwaluwen nabij
de broedplaats.Met onbedoelde hulp van automobilisten
op de nabijgelegen Afsluitdijk kwamen ze mogelijke
verschillen op het spoor in foerageergedrag tussen
volwassen en onvolwassen vogels.
De Gierzwaluw Apus apus is één van de opmerkelijkste en
meest mysterieuze broedvogels van het Europese continent.
In de broedperiode valt hij op door zijn luidruchtige gierende
contact- en baltsroep, waarbij in groepsverband met snelle
vluchten rakelings over en langs de daken gescheerd wordt,
en door onstuimige achtervolgingen om de kerktorens. Het
mysterieuze betreft vooral het feit dat Gierzwaluwen vergaand
zijn aangepast aan een leven in het luchtruim, waar
wordt gefoerageerd, gerust, geslapen, gebaltst, gecopuleerd,
en in glijvlucht over het water wordt gedronken en gebaad
(Cramp & Simmons 1985). Alleen de Gierzwaluwen die actief
deelnemen aan het broedproces onderbreken dat leven in
de lucht door 's nachts in de nestholte te slapen en bescherming
te zoeken tegen regen. In de overwinteringsgebieden
in Afrika ten zuiden van de evenaar zijn geen rustplaatsen
vastgesteld en vermoedelijk verblijven de vogels daar de gehele
winterperiode in het luchtruim(Moreau 1972).
Hoewel de Gierzwaluw in Nederland een zeer algemene
broedvogel en doortrekker is (Bijlsma et al. 2001), is er relatief weinig ringonderzoek aan deze soort gedaan. Wel zijn
een aantal grondige studies uitgevoerd in koloniebroedende
populaties in West-Europa. In Zwitserland deed Weitnauer
(1947) baanbrekend onderzoek door in een kolonie
nestkasten te plaatsenmet een glazen achterwand, die hem
in staat stelde de broedactiviteiten ongestoord te bestuderen.
Vervolgens verrichtten Lack (1952) in Engeland, Kaiser
(1992) in Duitsland, en Van den Anker (in Leys 1988) in Nederland
diepgaande studies aan de broedbiologie. Tarburton
& Kaiser (2001) pasten voor het eerst radiozenders
toe om na te gaan hoe Gierzwaluwen 's nachts gebruik maken
van het luchtruim. Tegenwoordig worden door enthousiaste
liefhebbers met vaste camera's opnamen gemaakt in
nestkasten, waarmee de broedactiviteiten nauwkeurig kunnen
worden vastgelegd (zie o.a. www.gierzwaluw.com/GBN
en www.gierzwaluwcam.blogspot.com).
De relatief kleine aantallen Gierzwaluwen die op jaarbasis
in Nederland worden geringd (Speek 2006) waren voor
ons aanleiding om met een aangepaste vangmethode de
ringvangsten te intensiveren, om meer inzicht te krijgen in
de populatiesamenstelling en verspreiding van Gierzwaluwen
in de broedtijd, en zo mogelijk enkele van de mysteries
rond hun fascinerende levenswijze te ontrafelen. In
deze bijdrage gaan we in op verschillen in gedrag tussen
leeftijdsgroepen.
[gratis pdf] [english summary]
|