BRINKHUIZEN DM (2007) Een merkwaardig geval van broedseldood bij de Buidelmees. LIMOSA 80 (3): 109-111.
De Buidelmees Remiz pendulinus kent een uniek broedsysteem
waarbij zowel de man als de vrouw polygaam proberen
te zijn (Persson & Öhrström 1989). Nadat het mannetje
het nest heeft gebouwd en het vrouwtje daarin eieren heeft
gelegd, doet zich de vraag voor welke partner de eieren zal
uitbroeden en voor de jongen zal zorgen. Op dat moment
van de broedfase is er sprake van een conflict tussen beide
partners dat er in zal resulteren dat slechts één van de ouders
bij het nest blijft en voor de broedzorg opdraait, terwijl
de andere ouder op zoek kan naar een nieuwe partner
(Persson & Öhrström1989, Valera et al. 1997, Szentirmai et al.
2007). In 30-40 % van de gevallen besluiten echter zowel de
man als de vrouw het broedsel te verlaten en op zoek te
gaan naar een nieuwe partner (Persson & Öhrström 1989,
Franz 1991, Szentirmai et al. 2007). In dit geval lijken beide
geslachten verlies te lijden: de man heeft energie geïnvesteerd
in het bouwen van het nest en de vrouw in het leggen
van de eieren.
Er is verondersteld dat de beschikbaarheid van nieuwe
partners de broedstrategie van Buidelmezen beïnvloedt
(Persson & Öhrström 1989). Deze beschikbaarheid van partners
is direct gerelateerd aan de populatiedichtheid. In
Nederland is de Buidelmees een zeer schaarse broedvogel
(Bijlsma et al. 2001). Met een geschat totaal van 110-140
broedparen in 2005 is de dichtheid van Buidelmezen in
Nederland erg laag vergeleken met dichtheden in Zuid-
Hongarije (van Dijk et al. 2007a,b, Szentirmai et al. 2007). Dit
zou kunnen betekenen dat Nederlandse broedvogels zich
anders gedragen dan broedvogels in Midden-Europa. In
2006 deed ik veldonderzoek in Nederland om meer duidelijkheid
te krijgen over de broedbiologie van Nederlandse
Buidelmezen. Tijdens dit onderzoek deed ik een opmerkelijke
nestvondst, die naar mijn weten nog niet eerder in het
complexe broedsysteem van de soort is vastgesteld.
Eind april 2006 kreeg ik een tip dat een mannetje
Buidelmees met nestmateriaal was waargenomen in de
Kollummerwaard (Fr). Op 2 mei bezocht ik het gebied en al
snel vond ik een roepende Buidelmees en kort daarna ook
het nest. Het hing op ongeveer 5 m hoogte in een Grauwe
Wilg Salix cinerea. Van 2 tot 7mei waren hetmannetje en het
vrouwtje bezig met nestbouw, het teken van een succesvolle
paarvorming (van Dijk et al. 2007a). Op 12mei werd alleen
het vrouwtje bij het nest waargenomen (standaard observatietijd:
een uur). Daarmeewerd duidelijk dat deman het nest
had verlaten; een afwezigheid van vijftien minuten is al
voldoende om dat vast te stellen (van Dijk et al. 2007a). Op
dezelfde dag vond ik de beginstadia van een nieuw nest
op ongeveer 150 m afstand van het eerste. Dit nest was vermoedelijk
gebouwd door hetzelfdemannetje, gezien de geringe
afstand tot het eerste nest. Op 23 mei verbleef het
vrouwtje vaak langer dan vijf minuten in het nest, wat aangaf
dat ze eieren aan het bebroeden was. Dergelijke vrij korte
broedperioden zijn gebruikelijk bij Buidelmezen om, mogelijk
gemaakt door het goed geïsoleerde nest, tussentijds
te kunnen foerageren. Het mannetje van het naburige nest
was nog steeds ongepaard (geen vrouwtje bij het nest) en
zong volop. Op 2 juni ging het vrouwtje om de twee minuten
het nest inmet voedsel en nambij het verlaten geregeld
uitwerpselen mee. Daarmee werd vastgesteld dat de eieren
in het eerste nest waren uitgekomen.
Het naburige nest was tussen 28mei en 2 juni verdwenen.
Waarschijnlijk was het door iemand weggehaald omdat het
op een zeer verstoringgevoelige plek hing, op schouderhoogte
langs een druk bezocht voetpad. Het mannetje heb
ik niet meer kunnen terugvinden en leek het gebied te hebben
verlaten. Op 7 juni bezocht ik het eerste nest opnieuw
en kon toen waarnemen dat de jongen het nest deden bewegen.
Het vrouwtje was constant aan het voeren (25 nestbezoeken
in een uur). Op 14 juni bezocht ik het nest weer en
ik verwachtte de jongen te zien zitten in de nestopening. Tot
mijn verbazing was er geen enkel teken van leven en na een
observatie van een half uur ook nog geen spoor van het
vrouwtje.Wel leek er iets in de nestopening te zitten toen ik het nest vanaf een andere positie door de telescoop bekeek.
Ik besloot de boomin te klimmen enmet enigemoeite lukte
het me om bij het nest te komen. Het was relatief zwaar en
de ingang was inderdaad geblokkeerd. Om veiligheidsredenen
heb ik het nest meegenomen naar beneden om het
daar verder te bestuderen. De slurf (ingang) bleek tot zeker
5 cm diep zorgvuldig dichtgestopt te zijn met hoofdzakelijk
wol (hoogstwaarschijnlijk schapenwol) en wat pluis van
Grote Lisdodde Typha latifolia (foto's 1 & 2). In het nest bevonden
zich zes dode jongen waarvan ik de leeftijd op 13
dagen schatte. Normaliter vliegen jonge Buidelmezen uit op
een leeftijd van 18 tot 26 dagen (Cramp & Perrins 1994), en
gemiddeld op een leeftijd van 20 dagen (René van Dijk, pers.
comm.).
Aannemelijk is dat het dichtstoppen van de nestingang
het werk geweest is van een Buidelmees. Het lijkt me uiterst
onwaarschijnlijk dat een andere vogelsoort het nest op deze
wijze met pluizig materiaal heeft dichtgestopt. Infanticide
zou een mogelijke verklaring kunnen zijn. Een ongepaard
mannetje zou het gedaan kunnen hebben omzo het vrouwtje
beschikbaar te kunnen krijgen als partner voor zijn eigen
nest. Dat Buidelmezen in staat zijn met behulp van nestmateriaal
de partner voor de gek te houden is bekend. Tijdens
de eilegfase verstopt het vrouwtje haar eieren onder een
laag pluis om zo nestverlating door het mannetje tegen te
houden, want als het mannetje de eieren ontdekt voordat
het vrouwtje het nest verlaat en op zoek gaat naar een tweede
partner is de kans groot dat hij het nest zal verlaten
(Valera et al. 1997). Op 19 juni dedenMartijn Bakker en ik bovendien
een interessantewaarneming bij de Groeve, aan het
Schildmeer (Gr). We vonden een nest met vliegvlugge jongen
die gevoerd werden door het vrouwtje. Toen zij even
weg was verscheen een mannetje dat een aluminium ring
omde linkerpoot droeg. De vogel vloog opzettelijk een paar
keer met kracht tegen het nest aan. Ook inspecteerde hij de
nestingang en riep daarbij veelvuldig. Het leek erop alsof hij
de jongen uit het nest wilde jagen. De volgende dag vond ik
op een afstand van ca. 50 m het nest van het geringde mannetje
en kon vaststellen dat de vogel ongepaard was. Deze
waarneming ondersteunt het idee dat een mannetje zo ver
kan gaan dat hij een nest met jongen terroriseert om een
'bezet' vrouwtje te bemachtigen. Is het plegen van infanticide
één van de strategieën bij gebrek aan partners? Er zijn
vele voorbeelden van infanticide bekend bij zangvogels.
Vaak gaat het daarbij om het kapot maken van eieren of het
uit het nest duwen van jongen (Hansson et al. 1997, Møller
2004). Infanticide doormiddel van het dichtstoppen van een
nestingang ismij echter niet bekend uit de literatuur. Een andere
mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat het vrouwtje
zelf de nestingang heeft dichtgebouwd. Ze zou tijdens het
onderhouden en/of repareren van haar nest te enthousiast
geweest kunnen zijn. Een overschot aan goed nestmateriaal zou dit gestimuleerd kunnen hebben. Elders is geconstateerd
dat een vrouwtje haar nestmet jongen verliet nadat de
ingang door hevige regenvalwas ingevallen en dichtgeplakt
(René van Dijk). Echter, in de periode voorafgaand aan mijn
waarneming was er geen sprake van hevige regenval.
Er van uitgaande dat individuen naar een zo hoog mogelijk
reproductief succes streven lijkt infanticide de best passende
verklaring voor de beschrevenwaarneming. Hetmannetje
behaalt voordeel door het nest dicht te bouwen, het
vrouwtje niet. Het dichtmaken van een nestingang lijkt echter
een omslachtigemethode. Het vernielen en/of losmaken
van het nest zou een snellere manier kunnen zijn om het
vrouwtje 'vrij' te maken van haar ouderlijke zorg. Daarnaast
zou je verwachten dat het vrouwtje, dat regelmatig bij het
nest aanwezig moet zijn om de jongen te voeren, zou ingrijpen
bij een dergelijke gebeurtenis. Het is bekend dat vrouwtjes
zeer agressief tegen mannetjes kunnen zijn, vooral tijdens
de eilegfase (Valera et al. 1997). Het lijkt me
onwaarschijnlijk dat een mannetje de kans krijgt om het
nest dicht te bouwen zonder dat het vrouwtje zich daartegen
verzet. De mogelijkheid dat het vrouwtje zelf de nestingang
heeft geblokkeerd lijkt om deze redenen het meest
voor de hand liggend.
[gratis pdf] [english summary]
|