Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

DIJK AJ VAN (2006) De Wilde Zwaan: een nieuwe Nederlandse broedvogel.. LIMOSA 79 (3): 81-94.

In april 2005 werd in het moerasgebied de Wapserveense Petgaten in Zuidwest-Drenthe voor het eerst in Nederland een broedende Wilde Zwaan aangetroffen. In het nest lagen zes eieren en er werden vier donsjongen gezien. Het broedgeval bleef uiteindelijk zonder succes; na 21 dagen bleken alle kuikens verdwenen. In 2006 werd er opnieuw genesteld. Het paar was ditmaal wel succesvol; er werden twee jongen vliegvlug. Na de Kraanvogels in 2001 vestigt zich dus andermaal een nieuwe Nederlandse broedvogel in Drenthe. Een verrassende ontwikkeling, of toch niet?

De Wilde Zwaan Cygnus cygnus is een gewone wintergast in ons land. Daarbij gaat het om broedvogels uit Noord- en Noordoost-Europa met seizoensmaxima van ruim 3300 exemplaren in koude winters (6% van de continentale populatie). Sinds 1970 is de winterpopulatie in ons land sterk toegenomen, maar fluctueert hij in reactie op de weersomstandigheden in de belangrijke overwinteringsgebieden rond de Oostzee. In Drenthe bedraagt het aantal overwinteraars gewoonlijk enkele honderden en de beekdalen in Zuidwest-Drenthe behoren tot de vaste pleisterplaatsen. In maart zijn de meeste Wilde Zwanen weer naar de broedgebieden vertrokken, maar sommige vogels blijven tot in april hangen. Er zijn vrijwel jaarlijks enkele waarnemingen uit de maanden mei tot en met september (Sovon 1987, Koffijberg et al. 1997, Venema 2001, van Roomen et al. 2005).
      De toename van Nederlandse overwinteraars volgt de opwaartse trend van de continentale populatie (Laubek et al. 1999). Tot zeker halverwege de 20e eeuw liep de broedpopulatie in Europa door vervolging, eieren rapen en biotoopvernietiging sterk in aantal terug. Beschermingsmaatregelen en waarschijnlijk ook verbetering van voedselaanbod leidden in de afgelopen decennia tot populatieherstel en kolonisatie van eerder verlaten broedgebieden in Zweden en Finland. Wellicht in verband hiermee ontstonden in de afgelopen twintig jaar al dan niet permanente kleine broedvestigingen aan de zuidzijde van het areaal, in Ierland, Schotland, België, Denemarken, Duitsland, Polen, Estland, Letland en Litouwen (Cramp & Simmons 1977, Gardarsson 1997, Rees et al. 1997, Laubek et al. 1999). Een broedgeval in Nederland past in deze ontwikkeling, maar kwam toch onverwacht, vooral wat betreft de vestigingsplaats in Drenthe (van Dijk 2005). In dit artikel wordt ingegaan op het broeden in Drenthe in 2005-06, en worden nadere bijzonderheden omtrent broedbiologie en gedrag beschreven. Tevens wordt dit eerste Nederlandse broedgeval in Europees perspectief geplaatst.

[pdf alleen voor leden] [english summary]



limosa 79.3 2006
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster