Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

BOELE A , DIJK AJ VAN, HUSTINGS F & ZOETEBIER D (2001) Regionale verschillen in aantalsontwikkeling van de Bonte Vliegenvanger Ficedula hypoleuca. LIMOSA 74 (3): 102-115.

Mede door de acceptatie van nestkasten als broedgelegenheid, werd de Bonte Vliegenvanger een vrij talrijke broedvogel in Nederland. Aan de decennia lange opmars lijkt momenteel een einde te zijn gekomen. In sommige delen van het land heeft de soort zelfs een veer moeten laten. Het valt niet uit te sluiten dat klimaatfactoren hierbij een rol spelen.

De Bonte Vliegenvanger is vooral in de noordelijke he1ft van Europa een talrijke broedvogel. De Europese broedpopulatie, zonder Rusland, wordt geschat op 4.7 tot 6.1 miljoen paren (Hagemeijer & Blair 1997). Vanwege de voorliefde voor kunstmatige nestholen is de soort al decennia een favoriet studieobject. De verknochtheid aan nestkasten vormde tevens een van de redenen van de expansie die gedurende een groot deel van de 20e eeuw werd vastgesteld in delen van Europa, waaronder Nederland (Cramp & Perrins 1993).
     Recent wordt echter ook gesproken van afname (van Dijk et al. 1999). Dit vormde de aanleiding om de ontwikkeling van de Bonte Vliegenvanger in Nederland nader te analyseren. Hierbij wordt ingegaan op de landelijke en regionale aantalsontwikkeling, habitat en trends in aangrenzende landen. Bonte Vliegenvanger Ficedula hypoleuca

[gratis pdf] [english summary]



limosa 74.3 2001
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster