HORSSEN P VAN & LENSINK R (2000) Een snelle toename van de Indische Gans Anser indicus in Nederland. LIMOSA 73 (3): 97-104.
In navolging van de Nijlgans en de Brandgans heeft recent ook
de Indische Gans zijn intrede als broedvogel in Nederland gedaan.
Uit ontsnapte vogels heeft zich inmiddels een broedpopulatie
van zo'n 60-70 paren ontwikkeld. Aan de hand van verschillende
bronnen wordt de ontwikkeling van de aantallen van zowel
broedvogels als niet-broedvogels beschreven.
De oorspronkelijke broedgebieden van de Indische
Gans liggen op de hoogvlakten in China,
Tibet en Mongolie. Het overwinteringsgebied
omvat de Himalaya in Tibet en Nepal en het
aangrenzende laagland in Pakistan, India en
Bangladesh, dat gebruikt wordt door c. 20000
vogels (Bishop et al. 1997, Del Hoyo et al. 1992,
Gole 1990). Het voorkomen in Europa is volledig
terug te voeren op introductie door de mens
(Cramp & Simmons 1977). In West-Europa zijn
broedgevallen vastgesteld in Engeland (Delany
1993, Ogilvie et al. 1999), Duitsland (EOAC
1992, Greifert 2000) en Nederland (Lensink
1996a). In Midden-Noorwegen hebben in de
jaren zeventig ongeveer 150 Indische Ganzen
rondgezworven en gebroed (Gjerhaug et
al. 1994). Volgens recente gegevens worden
nu nog zelden broedgevallen vastgesteld. In
de jaren tachtig bestond er een kleine (<50
broedparen) populatie in Zuid-Zweden (SOF
1990).
De eerste waarnemingen van Indische Ganzen
in ons land stammen uit de jaren zestig en
zeventig (VWG Grote Rivieren 1979, Teixeira
1979). Dit waren zonder twijfel ontsnapte vogels.
Eind jaren zeventig is ook het eerste
broedgeval in Nederland vastgesteld (Teixeira
1979). In de tachtiger jaren nam het aantal
waarnemingen toe, vooral langs de Grote Rivieren
(Lensink 1996a). In vergelijking met 1980
waren de aantallen niet-broedvogels rond 1990
aanzienlijk toegenomen. De verwachting was
dat deze soort binnen niet al te lange tijd vaste
voet aan de grond zou kunnen krijgen (Lensink
1996a, 1996b). De Indische Gans zou daarmee
in het voetspoor treden van de Nijlgans Alopochen
aegyptiacus. Deze exoot was twee decennia eerder een succesvolle opmars in ons land
begonnen (Lensink 1996b, 1998). In deze bijdrage
gaan wij in op de populatieontwikkeling
van Indische Ganzen in de tweede helft van de
jaren negentig.
Indische Gans Anser indicus
[gratis pdf] [english summary]
|