Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

EISING C (1999) Kleine zoogdieren vaker op het menu van de Kokmeeuw Larus ridibundus?. LIMOSA 72 (3): 105-106.

In Limosa 71/4 (1998) meldt Allix Brenninkmeijer hoe een Kokmeeuw een Bosmuis Apodemus sylvaticus ving en die vervolgens kwijt raakte aan een Stormmeeuw Larus canus. Zoals in dit artikel vermeld, is er in de literatuur weinig te vinden over het voorkomen van kleine zaagdieren op de menukaart van de Kokmeeuw. Glutz von Blotzheim en Bauer (1982) melden het incidenteel verorberen van knaagdieren, mollen of wezels, maar zeker voor kustkolonies wordt verondersteld dat dit niet of nauwelijks voorkomt (Gorke 1990, Fasola et al. 1989). Echter, de waarneming van Brenninkmeijer in 1997 en eigen waarnemingen tijdens het veldseizoen van 1998 in kokmeeuwenkolonies nabij Pieterburen (Gr.), suggereren dat kleine zoogdieren wellicht vaker op het menu van de Kokmeeuw voorkomen. Midden juni 1998 vonden we tijdens het controleren van nesten in een kokmeeuwenkolonie een dode Mol Talpa europaea in een leeg nest. In de buurt van het nest drukten zich twee kuikens van bijna drie weken oud. Mogelijk hebben de ouders de Mol achtergelaten op het moment dat de kolonie werd verstoord. Het is onbekend of de vers dode en intacte Mol later nog is genuttigd. In dezelfde kolonie werd in een ander nest een gave Bosspitsmuis Sorex araneuslcoronatus gevonden. Ook van deze prooi is niet bekend of ze later nog is opgegeten. Op 26 juni werd in een enclosure een ruim drie weken oud kuiken gevangen. Dit kuiken braakte een intacte, nog niet verteerde Bosmuis uit. Op 2 juli zagen we tijdens gedragsobservaties hoe een volwassen Kokmeeuw kwam aanvliegen met een muis in de snavel. De ouder probeerde de prooi te voeren aan het kleinste kuiken van zijn broedsel, dat op dat moment tien dagen oud was. Het kuiken probeerde lange tijd de muis te verorberen, maar dat lukte niet, waarschijnlijk omdat de muis te groot was.
      Deze waarnemingen illustreren dat kleine zoogdieren wel degelijk als regelmatige, zij het schaarse, prooi voor de Kokmeeuw kunnen worden beschouwd. Opmerkelijk is dat alle zoogdier-observaties gedaan werden in een betrekkelijk korte periode, waarin de meeste jongen in de kolonies vrijwel vliegvlug waren en in staat om grote prooien te eten. Het zou interessant zijn om te weten of kleine zoogdieren alleen op het menu van de Kokmeeuw voorkomen op het moment dat de voedselbehoefte van de bijna vliegvlugge kuikens groot is.

[gratis pdf] [english summary]



limosa 72.3 1999
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster