OVERDIJK O (1999) De ontwikkeling van het aantal broedparen van de Lepelaar Platalea leucorodia in Nederland in de periode 1994-98. LIMOSA 72 (2): 41-48.
In het midden van de vorige eeuw broedden er
waarschijnlijk meer dan 1000 paren Lepelaars in
Nederland. Dit aantal is door verschillende oorzaken
gedaald en in 1968 werd een dieptepunt bereikt
met c. 150 paren (van der Hut 1992). Sindsdien
is het aantal broedparen weer gestegen. In
1994 werd in Limosa een overzicht gepubliceerd
van de aantallen broedende Lepelaars in Nederland
in de periode 1961-93 (Voslamber 1994). Dit
overzicht was gebaseerd op deels gepubliceerde,
deels ongepubliceerde tellingen. Omdat reeds eerder
van meerdere kolonies verschillende aantallen
waren gepubliceerd, werd in overleg met SOVON
en Vogelbescherming Nederland een overzicht
met eensluidende cijfers samengesteld. Na de publicatie
van Voslamber is het aantal broedparen
verder toegenomen, van 661 paren in 1994 tot
1270 paren in 1998.
Vanaf 1994 heeft de Werkgroep Lepelaar in samenwerking
met Vogelbescherming Nederland en
terreinbeheerders tellingen van lepelaar kolonies
in Nederland uitgevoerd of gecoördineerd. Ook is
overleg gevoerd met tellers in het buitenland om
de telmethode te standaardiseren. Tijdens de Eurosite
Workshops 1995 (Rochefort) en 1997 (Sene)
zijn afspraken gemaakt met onderzoekers en tellers
in Frankrijk en Spanje over de wijze van monitoring
van Lepelaars.
In 1993 heeft het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij een soortbeschermingsplan
voor de Lepelaar opgesteld (van Ommering &
Walter 1994). Dit plan streeft naar een levensvatbare
polulatie van zo'n 1000 broedparen in Nederland.
Voor de evaluatie van dit plan is het relevant
om de omvang van de broedpopulatie en het
broedsucces vast te stellen. Daarvoor is het nodig
precies te weten hoeveel vogels daadwerkelijk aan
de reproductie deelnemen en ook hoeveel jongen
worden grootgebracht. Daarnaast is het belangrijk
om te registreren welk aantal individuen wel aanwezig
is maar (nog) geenjongen grootbrengt.
Tot nu toe werd het aantal broedparen geschat
aan de hand van het aantal aanwezige nesten. Deze
methode kan tot fouten leiden. Het doel van dit
artikel is een gestandaardiseerde methode vast te
stellen voor het bepalen van de omvang van een
lepelaarkolonie. Verder zullen de resultaten van
Limosa 72 (1999) 2
het monitoringsonderzoek in de periode 1994-98
gepresenteerd worden.
[gratis pdf] [english summary]
|