FOPPEN R, JONG M DE, SCHOTMAN A & REIJNEN R (1997) Nederlandse Ornithologische Unie: Themadag Effecten van habitatversnippering op vogels en zoogdieren: Evaluatie van ecologische netwerken met behulp van ruimtelijke populatiemodellen. LIMOSA 70 (1): 38-40.
In het kader van het Natuurbeleidsplan wordt door de
Afdeling Landschapsecologie van het IBN-DLO uitvoerig
onderzoek verricht naar de effecten van versnippering
op de natuur. Doel van het onderzoek is na te gaan
welke invloed de ruimtelijke configuratie van habitat bepaalde soort, welke negatieve gevolgen we daarvan in
ons huidige versnipperde landschap kunnen zien en ook
welke oplossingen we kunnen aandragen om die gevolgen
te minimaliseren.
Een belangrijk ondersteunend middel bij het onderzoek
is het gebruik van simulatiemodellen. Modellen
kunnen sturend zijn bij het onderzoek. Ze kunnen theoretische
concepten concreet vertalen naar toetsbare hypothesen
en dwingen ingewikkelde problemen te structureren
tot expliciete vragen. Daarnaast zijn modellen te
gebruiken voor voorspellingen. Op de Afdeling Landschap ecologie
is het model METAPHOR ontwikkeld voor
het simuleren van ruimtelijk geconfigureerde populaties.
Met behulp van een aantal voorbeelden wordt het
gebruik van dit model in het versnipperingsonderzoek
geïllustreerd (figuur 4). Allereerst een METAPHOR-rietzangermodel
waarmee de hypothese gegenereerd kan
worden dat soorten die onder invloed staan van catastrofe-
achtige invloeden, in dit geval een verhoogde sterfte
in Afrika, veel kwetsbaarder zijn als de habitatplekken
een grote mate van versnippering tonen. Daarnaast voorbeelden
van een METAPHOR-roerdomp en middelstebonte-
spechtenmodel waarmee respectievelijk op landelijk
en op regionaal schaalniveau scenario's met
natuurbeheer- en -ontwikkelingsplannen kunnen worden
geëvalueerd door de modeluitkomsten een voorspellende
waarde toe te kennen. Bij het bespreken van de
voorbeelden zal tevens worden aangegeven hoe de
soortmodellen zijn gekalibreerd.
[gratis pdf] [english summary]
|