Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

OFFRINGA H (1996) Slecht-weer-migratie van gierzwaluw Apus apus op zee 1980-94. LIMOSA 69 (1): 1-8.

Gierzwaluw Apus apus Een uitmuntend vliegvermogen stelt Gierzwaluwen Apus apus in staat om met mooi weer zwevende insecten, mijten en spinnen ('aeroplankton') tot op grote hoogte in de 1ucht te vangen (Lack & Owen 1955). De beschikbaarheid van het voedsel hangt echter af van het weer; bij koud en regenachtig weer spoelt het aeroplankton uit (Freeman 1946a, 1946b). Aanhoudend guur weer kan zelfs massale sterfte onder Gierzwaluwen tot gevolg hebben (Kuhk 1948, Taapken 1955). Deze afhankelijkheid van goed weer maakt de vogel kwetsbaar. Een Gierzwaluw zal altijd proberen zware regenval te ontwijken (Lack 1956). Broedende en nietbroedende Gierzwa1uwen hebben verschillende strategie?n om perioden met slecht weer te overleven (Kaiser 1992). Broedvogels schui1en op het nest en verlaten dit alleen tegen de avond om kortstondig te foerageren. Jonge, niet-broedende Gierzwaluwen daarentegen, kunnen tijdens slecht weer de omgeving van de kolonie verlaten. Zij trekken gewoonlijk in groepen van enkele tientallen tot tienduizenden in zuide1ijke of zuidwestelijke richting. Koskimies (1947) bestudeerde deze midzomermigraties en vond dat de meeste waarnemingen van trekkende Gierzwaluwen in het gebied ten zuidoosten van de depressiekern 1agen. De vogels v1uchten voor naar het oosten bewegende depressies, wanneer de kern van het lage lagedrukgebied zich zo'n 900 km (en het regenfront ongeveer 500 km) ten noordwesten van de positie van de vogel bevindt. Dit fenomeen is het duidelijkst te zien in de kustzones, waar stuwing optreedt (van den Bijtel 1985). Er wordt verondersteld dat de vogels later weer met een noordwaartse beweging (met de klok mee) rond het lagedrukgebied terug vliegen. Er zijn slechts enkele waarnemingen die dit kunnen bevestigen, vermoedelijk omdat de vogels zeer hoog buiten het blikveld van waarnemers vliegen (Lack 1958). Wanneer er sprake is van slecht-weer-trek waarbij Gierzwa1uwen de zee oversteken, kunnen zij hier door zeevogelwaarnemers worden waargenomen. In dit artikel wordt een aantal waarnemingen van Gierzwaluwen boven zee besproken. Bovendien wordt getracht een verband te leggen met de weersomstandigheden.

[gratis pdf] [english summary]



limosa 69.1 1996
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster