HENGEVELD R (1993) De invasieliteratuur rukt op. LIMOSA 66 (2): 53-60.
Een aantaljaren geleden is het Scientific Committee on Problems of the Environment (SCOPE) een discussie begonnen over de aard en het belang van biologische invasies. Meer aandacht voor dit onderwerp was weI gewenst, want tot dan toe bestonden hierover slechts twee werken van enige betekenis (Elton 1958, Baker & Stebbins 1965). De huidige, uit deze discussie ontstane vloed van literatuur over invasies kan worden verdeeld in theoretische literatuur, gericht op de aard en het oecologische belang van het proces zelf, eii praktische literatuur gericht op toepassing van dit inzicht in het natuurbeheer. Dit artikel gaat in op de theorievorming rond invasies. Voordat wij verder gaan, moet echter eerst gezegd worden wat precies onder een invasie wordt , verstaan, omdat een invasie bijvoorbeeld moeilijk van een kolonisatie is te onderscheiden. Veelal spreken we van invasies als er bewegingen over grote geografische gebieden plaatsvinden en van kolonisaties wanneer het bij bewegingen om kleine afstanden gaat. In beide gevallen vestigt de soort zich buiten reeds bezet gebied. Wanneer er geen vestiging optreedt, spreekt men van irrupties zoals bij Notenkrakers Nucifraga caryocatactes en Kruisbekken Loxia curvirostra in ons dee! van Europa (zie ook Drost 1962). Bij lokale bewegingen binnen een verspreidingsgebied spreken we van dispersie. Turkse Tortel Streptopelia decaocto
[gratis pdf] [english summary]
|