IMPE J VAN (1990) Ongelijke verdeling van jonge Rotganzen Branta branta bernicla over groepen in het zuidelijke Deltagebied. LIMOSA 63 (2): 41-46.

Al geruime tijd wordt het broedsucces van ganzen die in West-Europa overwinteren, bepaald met behulp van adult/juveniel-ratio en familiegrootte (zie voor een overzicht Ogilvie 1978). Een betrouwbare bepaling van de adult/juveniel-ratio is niet makkelijk (Lynch & Singleton 1964). Niet aIleen moet de steekproef voldoende groot zijn, maar ook dienen zowel periferie als centrum van groepen vogels te worden bemonsterd, aangezien families vooral in de periferie van een groep voorkomen (Holz & Sellin 1988). Hier komt nog bij dat de verdelingvan de twee leeftijdsklassen over groepen zeer ongelijkmatig kan zijn. Bij Rotganzen die in zuidelijk Zeeland overwinteren, is dit een bekend verschijnsel (Lambeck 1978), dat vooral opvalt ten tijde van hoogwater: binnendijkse groepen bevatten meer juveniele vogels dan buitendijkse groepen. Deze ongelijke verdeling van jongen over groepen werd nader bestudeerd gedurende de winter van 1988 / 1989, die volgde op een naar verhouding zeer goed broedseizoen. In dit artikel wordt nader ingegaan op de ongelijke verdeling en wordt getracht deze te verklaren. Rotganzen Branta branta bernicla

[gratis pdf] [english summary]