Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

NOORDHUIS R (1989) Patronen in slagpenrui: oecofysiologische aanpassingen. LIMOSA 62 (1): 35-45.

Ondanks de toegenomen aandacht voor vogelrui in de literatuur wekt dit onderwerp bij de gemiddelde vogelaar nog steeds weinig interesse. De oorzaak hiervan is wellicht dat de literatuur nogal is versnipperd, terwijl een goed overzicht waarin het ruipatroon van een afzonderlijke soort kan worden geplaatst, eigenlijk ontbreekt. Ret meest bruikbaar in dit kader is nog het werk van Stresemann & Stresemann (1966). Uit de meer recente literatuur moet vooral het boekje van Ginn & Melville (1983) worden genoemd. Stresemann (1958, 1967) en Stresemann & Stresemann (1960,1966) benadrukken in hun werk het taxonomische belang van het voorkomen van bepaalde ruipatronen. De meest voorkomende ruipatronen worden echter gevonden bij systematisch uiteenlopende groepen, terwijl nauw verwante soorten volgens verschillende patronen kunnen ruien (Stresemann & Stresemann 1966). In de loop der jaren is dan ook steeds meer aandacht besteed aan de adaptieve waarde van ruipatronen (o.a. Potts 1971, Palmer 1972, Prevost 1983). De organisatie van de rui staat in nauwe relatie tot leefwijze en fysiologie van de vogel, en wordt dus door veel factoren belnvloed. In dit overzichtsartikel zal worden geprobeerd aannemelijk te maken dat vrijwel alle voorkomende ruipatronen in functioneel opzicht begrijpelijk zijn. Daarbij zal in het bijzonder aandacht worden besteed aan, meestal wat onderbelichte, aerodynamische factoreno

[gratis pdf] [english summary]



limosa 62.1 1989
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster