BIJLSMA RG (1986) Korte bijdragen: Achteruitgang van de Klapekster Lanius excubitor als wintergast. LIMOSA 59 (2): 94-94.

Klapekster Lanius excubitor In het begin van de jaren tachtig began het besef te dagen dat de Klapekster op de ZW-Veluwe (c. 20 000 ha) als wintergast in aantal achteruit was gegaan. De omvang van deze afname werd pas duidelijk na de gegevens op een rijtje gezet te hebben. De ZW-Veluwe werd in de maanden november tot en met februari 1971/72-1984/85 systematisch doorkruist op zoek naar roofvogels, uilen, Klapeksters en hun prooien. Daarbij werd speciale aandacht besteed aan de bijna 1800 ha heide en ruim 100 ha kaalslag, die het favoriete winterbiotoop van Klapeksters vormen. In deze periode traden geen noemenswaardige verandering op in het landschap van de ZW-Veluwe. In het volgende overzicht zijn alleen Klapeksters met een winterterritorium verdisconteerd; overtrekkende en korter dan enkele weken pleisterende vogels zijn buiten beschouwing gelaten, omdat waarnemerseffecten hier een te grote rol spelen bij het vaststellen van de aantallen. In totaal werd 4375 uren besteed aan het zoeken naar gevleugelde predatoren (gemiddeld 313 uur per winter, met een variatie van 178-663 uur).

[gratis pdf] [english summary]