SPAANS AL & RENSSEN TA (1983) Invloed van bestrijding van Kraaien Corvus corone en Kauwen Corvus monedula op de aantallen van deze soorten. LIMOSA 56 (2): 37-44.
Verscheidene vertegenwoordigers van de familie der kraaiachtigen (Corvidae) staan bij veeI jagers, boeren en zelfs natuurbeschermers te boek als schadelijk. am die reden worden ze in het gehele land vervolgd, zowel in het broedseizoen (met geweer) als daarbuiten (behalve met geweer ook door middel van kraaienvangkooien). Ret belangrijkste doel van die bestrijdingsacties is de stand van deze vogels omlaag te brengen. Niet iedereen is echter overtuigd van het nut van zulke acties. De vraag daarbij is niet aIleen of de vogels in aile gevallen wei zo schadelijk zijn als wordt beweerd, maar ook of men door afschot en het gebruik van kraaienvangkooien inderdaad tot een aantalsreductie van deze soorten kan komen. Roewel op grond van theoretische overwegingen zo'n effect bij algemeen voorkomende soorten nauwelijks is te verwachten, wordt door voorstanders van bestrijding steeds weer om gegevens gevraagd. Op verzoek van enkele natuurbeherende instanties is het Rijksinstituut voor Natuurbeheer (RIN) in 1978 begonnenmet zo'n onderzoek. In de eerste jaren hebben wij de nadruk gelegd op de invloed van bestrijding op de broedvogelstand van de bestreden soorten (Spaans et al. in voorbereiding), vanaf 1981 bekijken wij ook het effect van bestrijding op het totaal aantal kraaiachtigen in een bepaald gebied, ongeacht of de vogels er broedvogel zijn. In dit artikel worden de eerste resultaten van het laatste deelonderzoek besproken. Kauw Coloeus monedula Zwarte Kraai Corvus corone
[gratis pdf] [english summary]
|