(1981) Recensie: Schmidt, G.A.J. 1980. Der G?nses?ger Mergus merganser. LIMOSA 54 (4): 147-147.
SCHMIDT, G. A. J. 1980. Der Giinsesiiger Mergus
merganser. Vogelkundliche Arbeitsgruppe
Schleswig-Holstein, Kiel. 68 p. Prijs DM 14.
Dit boekje geeft een samenvatting van waarnemingen
van de auteur en vele medewerkers betreffende de
Grote Zaagbek in Schleswig-Holstein. Het is het eerste
deeltje in een serie mol1.ografieen onder de titel
"Vogel zwischen Nord- und Ostsee" uitgegeven door
de Vogelkundliche Arbeitsgruppe Schleswig-Holstein.
Deeltjes over 36 andere soorten worden aangekondigd
waaronder ook over een aantal soorten die al zijn behandeld
in het eerste deel van Vogelwelt SchleswigHolstein
(1974), uitgegeven door de Ornithologische
Arbeitsgruppe fUr Schleswig-Holstein und Hamburg
e.V. Het is verwonderlijk dat beide groepen zo langs
elkaar heenwerken (vgl. Ardea 63: 154-156).
In Schleswig-Holstein is de Grote Zaagbek broedvogel
en een aantal aspecten van voorkomen en ecologie
wordt belicht: balts, paarvorming, broeden, voor- en
najaarstrek en winterverblijf. Tevens een korte inleiding
en hoofdstukjes over voedselbiologie en bescherming
De huidige omvang van de broedpopulatie (70-80
paar) is groter dan ze in recente decennia geweest
is. Verreweg de meeste broedgevallen zijn geconcentreerd
nabij de Oostzee, doch nesten liggen vaak op
een aanmerkelijke afstand van de kust, soms zelfs tot
2.5 km van open water in het binnenland. De meeste
paren broeden in natuurlijke holen in loofbomen op
een hoogte van c. 10 m. In navolging van ervaringen
elders worden ook nestkasten aangeboden en met succes.
De Nederlandse lezer zal met name geïnteresseerd
zijn in nadere gegevens over het broeden van de
soort op nog geen 170 km van ons land. Kwantiteit en
aard van de geboden gegevens over het broeden zijn
evenwel beperkt. Vermoedelijk is dit een gevolg van
het feit dat de gegevens vrijwel uitsluitend zijn verzameld
zonder de vogels te verstoren. 'Op zichzelf een
loffelijke instelling maar het gevolg is dat er b.v. geen
goede gegevens over broedsucces zijn. Aanmerkelijk
meer aandacht wordt besteed aan het wintervoorkomen.
Als belangrijkste bedreiging voor de stand wordt genoemd de ontwikkelingen van de watersport langs
de Oostzee.
Ofschoon een groot aantal losse gegevens wordt
vermeld, schiet de tekst van dit boekje enigszins te
kort wat betreft het aangeven van grote lijnen. Zo
bleek het niet gemakkelijk aanduidingen te vinden
over het aantal Grote Zaagbekken dat in zachte en
strenge winters in Schleswig-Holstein aanwezig is. De
tekst is tamelijk anecdotisch, en daardoor enigszins
ondoorzichtig. Tabellen (zonder bijschriften) en typografie
vergroten de duidelijkheid nauwelijks. De 29
zwart-wit foto's zijn in doorsnee van matige kwaliteit.
Recensie van R. van Halewijn
[gratis pdf] [english summary]
|