BEINTEMA AJ (1980) Het Nonnetje Mergus albellus. LIMOSA 53 (1): 3-10.
In de afgelopen tien jaar overwinterden er geregeld grote concentraties
Nonnetjes Mergus albellus in het Zuidelijk IJsselmeer
(tot meer dan 20 000). Dit feit is in de internationale literatuur nog niet doorgedrongen. Dit artikel geeft een overzicht van de
overwinterende aantallen elders en geeft tegen die achtergrond
het belang aan van de aantallen in Nederland. Uit het feit dat de
grote aantallen niet ieder jaar optreden en dat Nonnetjes in internationale
voorjaars- en najaarstellingen nagenoeg ontbreken,
kan het idee worden afgeleid, dat er een gebied is, waar ze onopgemerkt
blijven.
De Nederlandse winterpopulatie lijkt eerder van Siberische
dan van Scandinavische oorsprong te zijn. Het vrij constante,
hoge percentage volwassen mannetjes suggereert dat grate aantallen
jonge voge1s onopgemerkt elders verblijven. Nonnetjes
voeden zich op het IJsselmeer vrijwel uitsluitend met de zeer
talrijk voorkomende Spiering Osmerus eperlanus. Tijdens het vissen
kunnen Nonnetjes zich aaneensluiten in een dichte groep,
met een hoge mate van synchronisatie in hun duikgedrag. Dit
sociaal foeragerenkomt vrijwel alleen voor in het IJsselmeergebied.
Een ander verschijnsel dat elders nagenoeg onbekend is,
is een geregelde slaap- en voedseltrek, tussen slaapplaatsen en
voedselgebieden. Nonnetjes slapen op beschut water, dat dicht
aan het open IJsselmeer grenst.
Nonnetje Mergellus albellus
[gratis pdf] [english summary]
|