OUWENEEL GL (1976) Overzomerende en ruiende Bergeenden Tadorna tadorna in het Haringvliet. LIMOSA 49 (3): 115-122.
In ieder geval sinds het midden van de jaren zestig overzomert in juni-julieen gezelschap van enkele duizenden Bergeenden op de Ventjagersplatel). De sluiting van het Haringvliet in 1970 heeft tot dusver hierin geen verandering gebracht. 120 no. 3, 19761 Ruiende Bergeenden 2. Terwijl het totaal aantal Bergeenden vanaf eind-mei geleidelijk toeneemt om in juli scherp te dalen, loopt het aantal tweedejaars Bergeenden,dat aanvankelijk meer clan de helft van het totaal vormt, al vanaf begin-juni terug. 3. De overgrote meerderheid vertrekt vlak vlak voor het begin van de ruL Aangenomen mag worden dat de vogels naar het Grossen Knechtsand trekken omdaar te ruien. Ongeveer 10% van het aantal Bergeendenblijft op de Ventjagersplaten en ondergaat daar de vleugelrui. 4, De geschiktheid. van het gebied voor overzomerende Bergeenden vloeit voort uit enkele vormen van milieu-dynamiek, te weten een thans rudimentair getijverschil en dynamische opwaaiing, gepaard gaande met een zeer geleidelijke helling van de slikken Bergeend Tadorna tadorna
[gratis pdf] [english summary]
|