BOERE GC, BRUIJNE, JWA, DE & NIEBOER, E (1973) Onderzoek naar de betekenis van het Nederlandse Waddengebied voor Bonte Strandlopers Calidris alpina in de nazomer en herfst. LIMOSA 46 (3): 205-227.
Bonte Strandloper = Kleine bonte strandloper Calidris alpina = Calidris alpina schinzii Het doel van dit rapport is een bijdrage te leveren tot de evaluatie van het Nederlandse Waddengebied voor de Bonte Strandloper in nazomer en herfst. Op de functie van de Nederlandse Wadden als voedselbron voor de duizenden wadvogels, waaronder de Bonte Strandloper, die daar na de broedtijd komen, is al veelvuldig gewezen. Dankzij de overvloed aan voedsel en de helaas afnemende - rust, is dit gebied zeer geschikt om als ruiplaats voor de Bonte Strandloper en andere wadvogels te fungeren. In dit artikel komt de vraag aan de orde in hoeverre er aanwijzingen zijn dat de Nederlandse Wadden inderdaad deze functies vervullen. Bij het onderzoek naar de betekenis van het wad voor de Bonte Strandloper, behoort ook dat naar de geografische herkomst van de daar komende vogels. Daardoor immers wordt de mogelijkheid geboden, de internationale betekenis van dit gebied voor deze vogelsoort nauwkeuriger te omschrijven. De gebruikte gegevens zijn afkomstig van vangresuItaten in 1970 van respectievelijk een zomerkamp op Schiermonnikoog en een vangexpeditie naar Vlieland, georganiseerd door de Biologische subfacuIteit van de Vrije Universiteit en, ter vergelijking, van vangsten gedaan in Flevoland door L. S. Buurrna, student biologie aan de Vrije Universiteit (zie Tabel 1). Gevangen werd met mistnetten, die op de beide Waddeneilanden geplaatst waren op de aanen afvliegroutes van de hoogwatervluchtplaatsen. Dit artikel Ioopt vooruit op een onderzoek door Drs. G. C. Boere naar de rol die de Nederlandse Wadden, het hele jaar door, spelen in het leven van de wadvogels. Rij doet dit voor de Waddenzee Commissie, ingesteld door de ministeries van Verkeer en Waterstaat en van Volkshuisvesting en Ruimtelijke ordening (de commissie Mazure). Ret onderzoek waaruit dit artikel voortkomt, wordt op Schiermonnikoog al sinds 1968, onder verantwoordelijkheid van Prof. Dr. K. R. Voous, gedaan. De gevangen vogels werden geringd met ringen van het VogeItrekstation te Arnhem. De lengtes van vleugel en snavel werden gemeten en het gewicht bepaald met behulp van een Pesola weegschaaI. Ret stadium van de slagpenrui werd genoteerd, alsmede het voorkomen van rui in de lichaamsveren. Tevens werd gelet op het verenkleed, in verband met de leeftijdsbepaling van de gevangen Bonte Strandlopers.
[gratis pdf] [english summary]
|