SCHIPPER W (1973) Over het voorkomen van Kiekendieven in Flevoland in 1971 en 1972. LIMOSA 46 (1): 67-71.

Reeds een aantal jaren houden onderzoekers van de Vrije Universiteit te Amsterdam zich bezig met het bestuderen van de systematiek en soortvorming van kiekendieven (Drs. E. Nieboer) en de oecologische differentiatie van de drie Westeuropese kiekendiefsoorten (schrijver dezes). Voor dit onderzoek bestaat behoefte aan onderzoeksgebieden, waar twee of drie soorten kiekendieven naast elkaar broeden. Voorheen waren verscheidene van deze gebieden in Nederland aanwezig: De Peel, gebieden in Drenthe en Overijsel, de Waddeneilanden. De Bruine Kiekendief verdween echter nagenoeg van de Waddeneilanden; het onderzoek richtte zich aldaar dan ook voornamelijk op Blauwe en Grauwe Kiekendieven. In de overige genoemde gebieden verdwenen een of meer soorten als broedvogels of ze werden daar zo zeldzaam, dat een onderzoek op een van deze plekken om verscheidene redenen niet verantwoord was. Ook rondom Nederland, in West-Duitsland (Kramer, 1968) en Belgie, zijn geen gebieden waar de drie soorten regelmatig naast elkaar broeden. In Frankrijk stonden voorheen enkele gebieden bekend om het broeden van drie soorten kiekendieven naast elkaar, o.a. het Marais de St. Gond tussen Epernay en Sezanne en het Marais de Perrepont-Sissonne (zie o.a. Kerautret, 1969). Een bezoek aan deze gebieden in 1970 maakte echter duidelijk dat ook daar nog slechts enkele paren kiekendieven broedden, terwijl geen jongen uitvlogen van drie soorten kiekendieven binnen eenzelfde gebied. Blauwe Kiekendief Circus cyaneus Grauwe Kiekendief Circus pygargus Bruine Kiekendief Circus aeruginosus

[gratis pdf] [english summary]