Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

ZWARTS L (1972) De Grauwe Ganzen Anser anser van het brakke getijdegebied de Ventjagersplaten. LIMOSA 45 (3): 119-134.

Het waterwildreservaat de Ventjagersplaten was een van de belangrijkste pleisterplaatsen van de Grauwe Gans in het voormalige getijdegebied van Biesbosch, Hollandsch Diep en Haringvliet. De Ventjagersplaten (hierna Vp genoemd) liggen, zoals te zien is op Fig. 1, in het oostelijk Haringvliet. Lebret (1964) schetst de ontwikkelingen, die zich daar tot 1964 hebben voorgedaan. Wanneer de luchtfoto's van 1956 en 1966 (archief Topografische Dienst) met elkaar worden vergeleken, dan blijkt dat het biezenbestand gedurende deze 10 jaar is afgenomen van ongeveer 100 ha tot nog geen 15 ha (Fig. 2). Deze afname is begonnen in 1959 en ging gepaard met een sterke achteruitgang van de Grauwe Gans (hierna Gg genoemd). Lebret In het Biesbosch-Hollandsch Diep-Haringvliet-gebied waren de meeste Gg (max. 10.000-11.000) aanwezig tussen half oktober en half november en in maart. In de 60er jaren varieerde het overwinterende aantal van 1.000 tot 6.000 Gg. Br waren duidelijke seizoenverschillen in de verspreiding van de Gg over de pleisterplaatsen binnen het noordelijk Deltagebied. In augustus en september fourageerden alle Gg buitendijks, vooral in de biezen; in oktober en november zat de helft op bouwland (bietenakkers) en in het voorjaar graasde het grootste deel op grasland (Draayer 1967). Br waren ook verschillen in het aantalsverloop van de Gg op de diverse biezenterreinen. In de biezenvegetaties van de Biesbosch en het Hollandsch Diep fourageerden in oktober, november en in maart de meeste Gg. In de biezenvelden rondom de Spuimond pleisterden de meeste Gg in november, begin december en in februari/maart, maar bij zacht weer bleef het winteraantal konstant (Kersten schrift.; Ouweneel & van der Weydp.!1 1970). In januari 1966 en 1967 waren er in het noordelijk Deltagebied resp. 5.000 en 6.000 Gg aanwezig; daarvan verbleven er resp. 2.900 (58%) en 4.200 (70%) rond de Spuimond (Zwarts 1967). Grauwe Gans Anser anser

[gratis pdf] [english summary]



limosa 45.3 1972
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster