KROON GHJD (1972) Het voorkomen van de Waterral Rallus aquaticus in de winter in een zoetwatergetijdengebied. LIMOSA 45 (1): 42-48.
Samenvattend kan gezegd worden, dat er in het onderzochte zoetwatergetijdengebied regelmatig Waterrallen in de winterperiode voorkwamen. Bij vorst werd een groter aantal waargenomen dan bij dooi. De wisselende waterstanden blijken in samenhang met de temperatuur van invloed te zijn op de waarnemingsmogelijkheden van de Waterral. Enerzijds vanwege de dekking gevende vegetatie en het voedsel, anderzijds omdat de Waterral als specifieke bodem- en oevervogel een te veel aan water door overstroming uit de weg gaat door zich te verplaatsen hetzij lopend of zwemmend naar drijftillen, het dijktalud of de dijkvoet. Kortom zij lopen als het ware achter het dalende water aan en voor het stijgende uit. Bij vorst is de Waterrallenspreiding gering, waardoor concentratie en agressie (geluiden) toeneemt. De bevolkingsdichtheid was het grootst in de winter en er yond wegtrek plaats uit het onderzochte zoetwatergetijdengebied in het voorjaar. Over eventuele overwintering van onze eigen zomervogels of andere populaties in het onderzochte gebied kan niets met zekerheid worden gezegd, omdat er geen Waterrallen werden gevangen en gemerkt. Waterral Rallus aquaticus
[gratis pdf] [english summary]
|