HANEKAMP G & ORDEN C VAN (1962) Korte mededelingen: Een vangst van een Sperwergrasmus Sylvia nisoria te Oostvoorne. LIMOSA 35 (1): 168-168.
Sperwergrasmus Sylvia nisoria Op 19 september 1961 werd te Oostvoorne in de naaste omgeving van het Biologisch station Weeversduin een Sperwergrasmus ? Ie jaars gevangen. In verband met de zeldzaamheid van deze waarneming werd het exemplaar opgezonden naar Prof. Dr. K. H. Voous van het Zoologisch Museum te Amsterdam. Deze bevestigde de determinatie. De vogel werd onderzocht door Drs. J. Wattel, die de volgende maten opgeeft: vleugel: 85 mm, tarsus 23Y2 mm en staart 67Y2 rom. Hij werd in het middaguur gevangen in een meidoornheg in de binnenduinrand van Voorne, welke in het geheel rijk is aan meidoorns en ander struikgewas. Bij de determinatie waaraan behalve de vangers - B. J. Frielink en ondergetekenden - ook Dr. M. F. Morzer Bruijns een werkzaam aandeel had, viel het vrijwel volkomen ontbreken van de kenmerkende bandering op middenborst en buik op. De vogel leek dan ook veeI op een grote grijze Tuinfluiter met veel forsere poten en snavel. De basis van de ondersnavel was bovendien hoornkleurig en niet donkerbruin. Een kenmerk dat heel goed te gebruiken is bij de determinatie van Sperwergrasmussen, nl. de geschubde onderstaartdekveren, welke gelijken op die van een Heggemus (Prunella modularis), was bij de vogel te Oostvoorne goed te zien.
[gratis pdf] [english summary]
|