BEAUFORT LF, DE , KLOMP, H & PERDECK, AC (1959) Jaarverslag van het Vogeltrekstation over 1958. LIMOSA 32 (3): 87-107.

Jaarverslag van het Vogeltrekstation over 1958 Het Vogeltrekstation leed in 1958 gevoelige verliezen door het plotseling overlijden van het bestuurslid, Dr, J. A. BIERENS DE HAAN, en de vinker, de heer G. BERG. De heer BIERENS DE HAAN werd in 1946 verzocht tot het bestuur toe te treden en hij heeft sindsdien aile jaarvergaderingen van de Stichting bezocht. Wij zullen zijn op zo karakteristieke rustige wijze naar voren gebrachte adviezen, die van een ruime kennis en een grote belezenheid getuigden, dan ook node missen. De heer BERG trad in 1947 in dienst van het V ogeltrekstation en wijdde elk jaar gedurende enkele maanden zijn volle energie aan de vogelvangst. Zijn grote voortvarendheiden kennis leidden tot een aanmerkelijke stijging van de vangsten. Dit stelde ons in staat om de verplaatsingsproeven met Vinken en Spreeuwenter hand te nemen en tot een goed einde te brengen. Helaas heel hij het eindresultaat - de volledige publicatie van het werk waartoe hij zoveel had bijgedragen - niet meer mogen aanschouwen. De heer PERDECK besteedde ook dit jaar weer veel tijd aan proeven en waarnemingen over de ori?ntatie van trekvogels. De resultaten van de verplaatsingsproeven naar Zwitserland werden in Ardea gepubliceerd. Voor 1958 stonden verplaatsingsproeven naar: Spanje op het programma, maar door onvoorziene strubbelingen bij het verkrijgen van een invoervergunning konden deze niet worden uitgevoerd. De analyse van de ori?ntatie van gek06ide Spreeuwen werd grondig ter hand genomen door de heer P. NIJHOFF, die dit werk uitvoerde als onderdeel van zijn studie. De veldwaarnemingen werden in 1958 op iets ruimer schaal voortgezet. Te Putten werd wederom een trekkamp gehouden, dat in de eerste plaats een opleidingskamp was. Het werd door een dertigtal deelnemers bezocht. Bovendien werden waarnemingen gedaan in Denemarken, in Noord~Nederland en in NW~Frankrijk. De uitwerking v<:tn de ringgegevens werd verder ter hand genomen door de studenten in de biologie, de heren J. K. DONKER en D. VAN DER TOOREN. Zij bewerkten het Europese ringmateriaal van de Smient en de Zomertaling. De heer DONKER heeft zijn werk over de Smient samengevat in een verslag, dat in 1959 gepubliceerd zal worden. De heer A. A. T JITTEs besteedde veel tijd aan de registratie van de vele Europese ringgegevens van de Roek. De Leidse ringcentrale werd met ingang van 1 januari 1958geheel door het Vogeltrekstation overgenomen. Tegelijkertijd trad ook de heer J. TAAPKEN, die de administratie van het ringonderzoek reeds op het museum verzorgde, bij ons in dienst. De overname bood een goede gelegenheid om de registratie van de ringgegevens grondig te reorganiseren. Het ringen van vogels op de vinkenbaan te Wassenaar wetd in de herfst voortgezet door de heer Q. J. VOORHAM, die reeds door de heer BERG in de geheimen van het yak was ingewijd. Hij werd hierbij geholpen door de heer R. R. VISSER. De heer TAAPKEN gaf in voor- en najaar enige tijd aan de trekvogelvangst op Vlieland. De verplaatsingsproeven met Wintertalingen konden dit jaar op ruime schaal worden aangepakt dank zij de steun, die wij mochten ondervinden van het Jachtfonds. De heer Perdeck bracht ook dit jaar een maand door op de Shetlandeilanden voor de studie van het gedrag van de Grote Jager. Hij deed dit in samenwerking met de heer. G. PARIS, die hem evenals vorig jaar in staat stelde de reis te maken. Het betrof hier vooral het aanvullen van de in 1957 gedane waarnemingen. Om deze reden en omdat de resultaten binnenkort gepubliceerd? zullen worden, is hiervan in het jaarverslag verder geen uiteenzetting gegeven. De bibliotheek breidt zich geleidelijk uit. Er is veel aandacht besteed aan het completeren van de verslagen van buitenlandse ring

[gratis pdf] [english summary]