SLIJPER HJ (1951) Korte mededelingen: Waarnemingen bij een boomvalknest (Falco subbuteo) in Amsterdam. LIMOSA 24 (3): 152-152.

Schuin tegenover mijn huis aan de Keizersgracht te Amsterdam nestelde in 1950 een boomvalkenpaartje in een oud kraaiennest in een iep. De jonge kraaien waren nog niet uitgevlogen of met veel geschreeuw en stoten namen de valken bezit van het nest. Kraaien vie1en ze zander meer aan. Ook langsvliegende zilvermeeuwen werden fel achterna gejakkerd. Er werden 2 jongen grootgebracht. die 15 Augustus uitvlogen. Doordat de valken zo erg laat waren en met de kraaien zo weinig geduld toonden, vermoed ik, dat hun eerste pogingen elders verstoord zijn. Het ♀ was altijd bij het nest: zelfs toen de jongen al flink groot waren, zat het meestal op een tak boven het nest of op een nabije schoorsteen. Het ♂ had het dus druk: het joeg weinig boven de stad : meestal verdween het naar het Noorden of Westen. Minstens 5 x per dag kwam het met prooi: steeds ± leeuwerik-grote vogels, die ik nimmer kon herkennen. omdat ze al teveel gehavend waren. De prooi werd in de klauwen gedragen : op een afstand begon het ♂ al te roepen. waarop het ♀ dan van het nest vloog. De prooi werd niet over geworpen, maar ging van hand tot hand, waarbij het ♂ steeds even met de snavel hielp : de vogels stonden dan een ogenblik fladderend tegenover elkaar. Voor het overgeven van de prooi riep het ♂ een hoog "tiek". harder en niet zo fijn als een dergelijk geluid bij de torenvalk. Het ♀ plukte de prooi in de lucht verder af en voerde daarna de jongen. Wat overbleef kropte het zelf steeds op het nest. Boomvalk Falco subbuteo

[gratis pdf] [english summary]