HOOGERWERF A (1951) Korte mededelingen: Sterfte van grote jongen in reigerkolonies. LIMOSA 24 (1): 75-76.
Enkele malen kon ik in de zo dikwijls door mij bezochte broedkolonies
van reigerachtigen e,d. op Java een abnormale sterfte constateren; bij grote, nog niet geheel zelfstandige jongen, waarbij het
weI voorkwam dat - te oordelen naar de besmeurde veren der
onderbuik en anaalstreek - aan een ingewandsziekte moest worden gedacht. Maar het kwam ook voor, dat geen spoor van enige
ziekte kon worden ontdekt, terwijl ook de goede lichamelijke conditie van zulke vogels geen aanwijzing in die richting was I
Een dergelijke toestand werd ook geconstateerd door Ter Pelkwijk
toen deze omstreeks medio 1941 enke1e bezoeken bracht aan het in de baai van Batavia gelegen eiland "Amsterdam" waar toen
talrijke reigers broedden. Bij een gemeenschappelijk bezoek aan
deze broedplaats op 3 Augustus 1941 werden door ons beide verschillende slachtoffers aangetroffen; reeds grote, bijna vlieg vlugge jongen. Ter Pelkwijk vertelde, dat hij enige malen had meegemaakt, dat grote, geheel gave jongen naar beneden vielen, en ook op die dag gebeurde dat: een fraaie, in pracht-conditie verkerende Ardea purpurea manillensis Meyer, viel naar beneden en blies in onze handen de Laatste adem uit! Een kleine zilverreiger, Egretta garzetta nigripes (Temm.) die gezien de vuile onderbuik veren waarschijnlijk als gevolg van een buikziekte was overleden, werd medegenomen en opgezonden
aan Dr Van Der Schaaf, bacterioloog bij het Veeartsenijkundig Instituut te Buitenzorg, maar werd waarschijnlijk niet meer voor de
oorlog begon, onderzocht. In de toekomst hoop ik gelegenheid te hebben enkele van zulke slachtoffers te doen onderzoeken, teneinde iets meer te weten te komen inzake deze mysterieuze sterfgevallen.
[gratis pdf] [english summary]
|