HOOGERWERF A (1951) Waarnemingen bij voedsel zoekende watervogels en varanen. LIMOSA 24 (1): 55-59.
In het wildreservaat Oedjoeng~KoeIon, het schiereiland aan de
uiterste Zuidwestpunt van Java, had ik meermalen gelegenheid
varanen (Varanus salvator) en verschillende reiger~ en ooievaarachtige vogels tijdens het gemeenschappelijk fourageren te bekijken.
Daarbij heb ik herhaaldelijk kunnen waarnemen, dat de kleinere
reigersoorten zoals Egretta intermedia. Eegretta garzetta en Egretta speciosa slechts weinig vrees aan de dag legden voor de hier
levende varanen en zeUs voor de grootste exemplaren niet bevreesd
waren 2).
Vaak nam ik waar, dat een door ondiep water of modder kruipende
varaan werd omringd door vele kleinere reigers, die zich in zijn
onmiddel1ijke nabijheid waagden en aasden op visjes, aaltjes. larven,
waterinsecten e.d., die door het geploeter van de varaan en
vooral door het slaan van de staartonder het bereik van de reigers
kwamen. WeI meende ik op te merken, dat zij de kop van het reptiel
in de gaten hielden, hoewel ik nimmer zag, dat een varaan moeite
deed een van zijn "gevederde parasieten" te grijpen. Een oude
maraboe trok zich zelfs al heel weinig aan van varanen. want die
wandelde niet aIleen vlak bij zulk een reptiel rond en kaapte het
soms een prooi vlak bij de kop weg. maar ik zag hem eens zelfs
boven op de staart van de varaan staan !
Vele dagen zag ik deze beide dieren in ogenschijnlijk de beste
verstandhouding samen vissen, waarbij de maraboe de varaan
handig voor zich liet werken, zodat de grote hagedis bitter weinig
te pakken kreeg. Het gedrag van deze zelfde varaan was tegenover
soortgenoten zeer kwaadaardig. Herhaaldelijk nam ik waar,
dat deze in een woeste renpartij, tot vrij ver van de poel verwijderd.
werden achtervolgd!
[gratis pdf] [english summary]
|